20 mei 2025 Ontslag op staande voet wegens festivalbezoek tijdens burn-out: wél of niet terecht?

Riskeert een werknemer die tijdens een burn-out een festival bezoekt, rechtsgeldig ontslag op staande voet? Over die vraag boog de Rechtbank Noord-Holland zich onlangs. Benieuwd of het ontslag op staande voet stand hield?

De feiten

De werkneemster in kwestie was sinds 22 november 2024 werkzaam bij een uitzendbureau in een commerciële binnendienstfunctie. Op 11 december 2024 meldde zij zich ziek wegens burn-outklachten. Zij bleef vervolgens onder behandeling van haar huisarts en psycholoog. In januari 2025 bezocht zij met vrienden een muziekfestival. Het ging om een paar uur aanwezigheid in de middag, zonder overmatig alcoholgebruik of andere excessen, aldus werkneemster. De werkneemster stelde bovendien dat het festivalbezoek op advies van haar behandelaar plaatsvond, die het belangrijk vond dat zij “onder de mensen bleef” als onderdeel van het herstelproces.

De werkgever ontdekte het festivalbezoek via social media en trok de conclusie dat sprake was van simulatie. Volgens de werkgever had de werkneemster zich onterecht arbeidsongeschikt gemeld en kwam haar gedrag neer op werkweigering en plichtsverzuim. Hij besloot over te gaan tot ontslag op staande voet.

De werkneemster verzette zich tegen dit ontslag en stelde onder meer dat zij zich niet arbeidsongeschikt had gemeld vanwege fysieke beperkingen, maar vanwege psychische klachten, waarbij juist was geadviseerd om sociale activiteiten stapsgewijs weer op te pakken. Zij vorderde loondoorbetaling en een gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging.

Het oordeel van de kantonrechter

De kantonrechter vernietigde het ontslag op staande voet en stelde de werkneemster in het gelijk. De rechter overwoog dat burn-outklachten niet per definitie betekenen dat een werknemer volledig tot sociale afzondering veroordeeld is. Integendeel: volgens de kantonrechter is het in het kader van psychisch herstel juist van belang dat werknemers, mits in overleg met hun behandelaar, geleidelijk weer deelnemen aan sociale of ontspannende activiteiten.

In dit geval had de werkneemster aannemelijk gemaakt dat het festivalbezoek plaatsvond in overleg met haar psycholoog en dat het paste binnen haar re-integratietraject. Er was geen sprake van structureel of overmatig feesten, noch van gedrag dat haar herstel belemmerde. De kantonrechter hechtte ook waarde aan het feit dat het ging om een eenmalig en beperkt bezoek, en dat de werkneemster niet eerder was gewaarschuwd voor dergelijk gedrag.

Verder werd geoordeeld dat het gedrag van de werkneemster niet in strijd was met haar re-integratieverplichtingen. Zij had zich niet onttrokken aan controle of begeleiding, en had zich ook niet werkfit gepresenteerd. Van opzet om de werkgever te misleiden was volgens de kantonrechter geen sprake.

Tot slot was naar het oordeel van de rechter geen sprake van een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW. De omstandigheden leverden, individueel noch in samenhang bezien, een situatie op waarin van de werkgever redelijkerwijs niet gevergd kon worden de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De rechter kende daarom het achterstallige loon toe, alsmede de gefixeerde schadevergoeding op grond van artikel 7:677 lid 4 BW.

Lees hier de uitspraak.

Beschouwing

Deze uitspraak laat zien dat het bij psychisch verzuim van belang is om maatwerk toe te passen in de juridische beoordeling. Niet iedere sociale activiteit is strijdig met de ziekte of het herstel. Zeker bij burn-outklachten kunnen sociale prikkels — mits gedoseerd en in overleg met een behandelaar — juist bijdragen aan de re-integratie. Werkgevers doen er goed aan om zorgvuldig te toetsen of sprake is van werkweigering, simulatie of herstelbelemmering, alvorens tot ontslag over te gaan.

Ook bevestigt deze zaak eens te meer dat voor een geldig ontslag op staande voet hoge eisen gelden. De gedraging moet ernstig genoeg zijn en er moet een zorgvuldige belangenafweging plaatsvinden. In deze zaak werd aan die hoge eisen niet voldaan, mede omdat het gedrag van de werkneemster niet disproportioneel was, niet structureel, en zelfs als herstelbevorderend werd aangemerkt, aldus de kantonrechter.

Conclusie

Een werknemer met psychisch verzuim mag, binnen grenzen, deelnemen aan sociale activiteiten. Deze zaak maakt duidelijk dat het bezoeken van een festival of andere sociale activiteiten, niet per definitie ongeoorloofd is, zeker als dit gebeurt in overleg met een behandelaar. Werkgevers doen er verstandig aan terughoudend te zijn met het opleggen van zwaarwegende sancties zoals ontslag op staande voet, en eerst de individuele situatie van de werknemer zorgvuldig te (laten) beoordelen. De arbeidsrechtadvocaten van SPEE advocaten & mediation staan graag voor u klaar.

SPEE advocaten & mediation Maastricht