Inleiding:
Het medisch beroepsgeheim blijft na overlijden van een patiënt van kracht, maar artikel 7:458a lid 1 onder c BW biedt nabestaanden sinds 1 januari 2020 onder strikte voorwaarden een uitzonderingsmogelijkheid: bij een “zwaarwegend belang” mag het beroepsgeheim worden doorbroken, mits de verzoeker aannemelijk maakt dat (1) dit belang mogelijk wordt geschaad en (2) dat inzage noodzakelijk is voor de behartiging van dat belang. Hoe strikt deze voorwaarden zijn, blijkt wel uit de recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (3 maart 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:2707) die een verzoek van een onterfde dochter afwees die inzage in het medische en verpleegkundige dossier van haar vader eiste om de wilsbekwaamheid bij het passeren van zijn laatste testament (27 mei 2019) aan te vechten.
De Rotterdamse zaak:
In kort geding vorderde een onterfde dochter inzage in het medische en verpleegkundige dossier van haar vader (gestorven 22 maart 2022), om diens wilsbekwaamheid bij het passeren van zijn testament van 27 mei 2019 te onderzoeken. De Voorzieningenrechter wees het verzoek af op grond van:
- Ontoereikende concrete aanwijzingen
De geriatersrapportage uit januari 2019 sprak van een milde cognitieve stoornis, niet van wilsonbekwaamheid. De notaris had geen enkele twijfel geuit over de wilsbekwaamheid bij passeren, en een kort geding in juli 2019 toonde aan dat erflater helder zijn wensen kon uiten. - Geen noodzaak tot doorbreking
Huisarts en zorginstellingen wezen volgens de rechter terecht op de onduidelijkheid of het dossier überhaupt relevante informatie zou bevatten; inzage zou daarom neerkomen op een ‘fishing expedition’. - Niet-uitputting alternatieve bronnen
De dochter had geen dossier opgevraagd bij de geriater of het GHZ, noch een tuchtprocedure tegen de notaris of een voorlopig getuigenverhoor ingesteld om de omstandigheden rond het testament boven water te krijgen. - Ontbreken spoedeisend belang
Meer dan twee jaar na haar eerste verzoek kon geen dringend belang voor onmiddellijke inzage worden aangetoond.
.
Deze factoren brachten de rechter tot afwijzing van het verzoek en veroordeling in kosten.
Wanneer wél doorbreking van het beroepsgeheim?
In een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 september 2022 (ECLI:NL:RBAMS:2022:5178) stond een vergelijkbare kwestie centraal: nabestaanden van een tante die haar erfgenamen onterfde, vorderden huisartseninzage om wilsonbekwaamheid bij wijziging van het testament (okt. 2017) aan te tonen. De Voorzieningenrechter hanteerde daarbij expliciet de KNMG-handreiking “Inzage in medische dossiers voor nabestaanden” (19 jan. 2021) als toetsingskader. Uit die handreiking volgt dat bij onterving en concrete aanwijzingen voor wilsonbekwaamheid inzage kan worden verleend. De Amsterdamse rechter oordeelde dat:
- De erfgenamen een zwaarwegend belang hadden: zij waren onterfd én hadden in een bodemprocedure een bewijsopdracht ontvangen waardoor belang bij inzage in het medisch dossier aanwezig was.
- Er waren concrete aanwijzingen (o.a. medische signalen, notariële en gerechtelijke aanwijzingen) dat de tante mogelijk wilsonbekwaam was.
- Inzage in het huisartsendossier was noodzakelijk, omdat dit de weinige overgebleven bron van relevante informatie was.
.
Daarom werd inzage, beperkt tot de relevante periode rondom het testament, toegewezen.
In een andere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 november 2023 (ECLI:NL:RBAMS:2023:7533) vorderde de broer van een overledene inzage in het huisartsendossier om te onderzoeken of zij onder invloed was bij het wijzigen van twee testamentconcepten in mei en juni 2023. De rechter oordeelde dat:
- Onterving en een aanzienlijke afwijking tussen concept- en eindtestament een zwaarwegend belang vormden.
- De erfgenaam aannemelijk had gemaakt dat zonder inzage zijn belang geschaad zou worden.
- Inzage noodzakelijk was om het vermoeden van beïnvloeding (o.a. zware medicatie, borstkanker, zorgrelaties) te onderzoeken.
.
De Voorzieningenrechter wees de vordering toe en beval afgifte van het volledige dossier over de relevante periode.
Lessen voor de Praktijk
Uit de rechtspraak blijkt dat het van wezenlijk belang is is om heel specifiek te zijn in wat men vraagt uit een dossier van een arts. Zo is het raadzaam om tijdvakken te beperken rondom de periode van opstellen van het testament en dossierspecifieke onderdelen te vragen die een direct verband hebben met het juridische belang (wilsbekwaamheid, traumatische gebeurtenissen, medicatierapporten). Een ruim verzoek wordt al snel als ‘fishing expedition’ bestempeld.
Het is ook van belang om zorgvuldig dossier te bouwen. Verzamel eerst alle beschikbare bronnen (specialisten, tuchtklachten tegen notarissen, eerdere gerechtelijke verslagen) om een zwaarwegend belang aannemelijk te maken. Daarmee kun je uitleggen waarom andere bronnen (geriater, ziekenhuisdossier, tuchtkamer) onvoldoende zijn of geen tijdige toegang bieden.
Rechters zijn erover eens dat de KNMG-handreiking een betrouwbaar toetsingskader biedt bij art. 7:458a lid 1 sub c BW.
Conclusie
De uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 3 maart 2025 illustreert de grens van de uitzondering op het medisch beroepsgeheim: zonder concrete aanwijzingen, noodzaak en uitputting van alternatieve wegen blijft het dossier gesloten. Daartegenover staan verschillende Amsterdamse uitspraken waarin, op basis van onterving en duidelijke medische aanwijzingen, inzage wél werd toegestaan. Het is enorm belangrijk om de vordering scherp te begrenzen, het zwaarwegende belang zorgvuldig te onderbouwen aan de hand van de KNMG-handreiking, en alternatieve informatiekanalen al in een vroeg stadium uit te putten. Hierdoor vergroot u de kans op doorbraak van het medisch beroepsgeheim.
Heeft u vragen over het aanvechten van een testament of behoefte aan juridisch advies? Neem dan contact op met mr. Angelique van den Eshoff van SPEE advocaten & mediation. Als ervaren erfrechtadvocaat en nalatenschapsmediator kan zij u bijstaan in complexe erfrechtelijke kwesties en helpen om de juiste stappen te zetten in het belang van een rechtvaardige afwikkeling van de nalatenschap.