31 jan 2025 Valt een "meerinbrengschuld" voor de financiering van een voorhuwelijkse woning in de huwelijksgemeenschap?

Op 20 december 2024 heeft het parket bij de Hoge Raad een conclusie gepubliceerd (ECLI:NL:PHR:2024:1393) over de vraag of een schuld van een echtgenoot wegens een meerinbreng van de andere echtgenoot bij de financiering van een gezamenlijke woning vóór het huwelijk, in de huwelijksgemeenschap valt. Volgens de Advocaat-Generaal (A-G) is dit inderdaad het geval.

Feiten en juridische vraag

In deze zaak had de man vóór het huwelijk een groter deel van de aankoopprijs van de gezamenlijke woning gefinancierd dan de vrouw. Hierdoor had hij een vordering op haar. De vraag was of deze schuld van de vrouw bij het aangaan van het huwelijk in de gemeenschap van goederen viel.

De wettelijke regeling in artikel 1:94 lid 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat schulden die al vóór het huwelijk bestonden, in de gemeenschap vallen, tenzij sprake is van een van de wettelijke uitzonderingen. De vrouw stelde zich op het standpunt dat de schuld een privékarakter had en buiten de gemeenschap moest blijven, terwijl de man betoogde dat de schuld onder de wet in de gemeenschap viel.

Conclusie van de A-G: schuld valt in de gemeenschap

De A-G oordeelt dat de schuld van de vrouw, die voortvloeit uit de meerinbreng van de man vóór het huwelijk, in de gemeenschap van goederen valt op grond van artikel 1:94 lid 7 BW. Dit artikel bepaalt dat privéschulden van de echtgenoten, met uitzondering van enkele specifieke uitzonderingen, bij aanvang van het huwelijk in de gemeenschap terechtkomen.

De A-G merkt op dat dit een bewuste keuze van de wetgever is geweest. In de parlementaire geschiedenis van de wetswijziging van 2018 (waarbij de beperkte gemeenschap van goederen werd ingevoerd) is expliciet vastgelegd dat voorhuwelijkse schulden in beginsel in de gemeenschap vallen. Dit betekent dat de schuld van de vrouw jegens de man door het huwelijk is gehalveerd, omdat de gemeenschap voor de helft aansprakelijk wordt voor de schuld.

Gevolgen voor de praktijk

Deze conclusie kan belangrijke gevolgen hebben voor echtgenoten die vóór het huwelijk een woning samen hebben gekocht met een ongelijke financiële inbreng. Wanneer zij trouwen in een gemeenschap van goederen (zoals vóór 2018 gebruikelijk was of als zij expliciet voor een algehele gemeenschap hebben gekozen), kan een voorhuwelijkse schuld door een meerinbreng van een van de partners in de gemeenschap vallen. Dit betekent dat de schuld bij een eventuele echtscheiding in principe gedeeld wordt.

De conclusie van een Advocaat-Generaal (A-G) bij de Hoge Raad heeft geen bindende status, maar speelt wel een belangrijke adviserende rol in de rechtsgang. De Hoge Raad is niet verplicht om het advies op te volgen. De A-G bestudeert de zaak uitgebreid en plaatst deze in de bredere juridische context, inclusief rechtspraak, wetgeving en rechtsontwikkeling. Hoewel rechters van de Hoge Raad de conclusie serieus nemen, vormen deze adviezen geen jurisprudentie. De Hoge Raad kan de conclusie volgen, maar mag ook anders beslissen. Kortom, de conclusie van de A-G heeft gezag, maar de Hoge Raad kan er zelfstandig van afwijken

Mocht de Hoge Raad deze conclusie van de A-G echter overnemen, dan doen echtgenoten die een ongelijke inbreng willen beschermen, er goed aan om huwelijkse voorwaarden op te stellen waarin zij expliciet bepalen dat een meerinbrengschuld buiten de gemeenschap blijft.

Conclusie

De A-G bevestigt dat de wet bepaalt dat een voorhuwelijkse schuld wegens een meerinbreng van een van de echtgenoten in een gezamenlijke woning, in de gemeenschap van goederen valt. Dit kan leiden tot een halvering van de schuld bij het aangaan van het huwelijk. Toekomstige echtgenoten die een ongelijke inbreng willen beschermen, kunnen dit alleen voorkomen door huwelijkse voorwaarden op te stellen.

Wilt u advies over huwelijkse voorwaarden of de gevolgen van een gemeenschap van goederen? Neem dan contact op met de familierechtadvocaten van SPEE advocaten & mediation voor deskundig juridisch advies.

SPEE advocaten & mediation Maastricht