20 jun 2025 Kan partneralimentatie nog worden aangepast bij een niet-wijzigingsbeding?

Bij een echtscheiding hebben partijen een grote mate van vrijheid om afspraken te maken over partneralimentatie. Ze dienen overeenstemming te bereiken over de hoogte en de duur. Ondanks dat partijen bij de echtscheiding de partneralimentatie hebben vastgesteld, kunnen er in de toekomst omstandigheden wijzigen waardoor de partneralimentatie opnieuw moet worden berekend. Als partijen hier samen niet uitkomen, kan één van de partijen zich tot de rechter wenden. Deze zal beoordelen of er sprake is van gewijzigde omstandigheden die rechtvaardigen dat de hoogte van de partneralimentatie opnieuw moeten worden berekend. Mocht dit het geval zijn, zal de rechter de hoogte van partneralimentatie opnieuw berekenen met inachtneming van de huidige situatie.

Partijen kunnen bij de echtscheiding niet alleen afspraken maken over de hoogte en de duur van de partneralimentatie, maar ook afspreken dat deze in de toekomst niet kan worden gewijzigd. Dit wordt een niet-wijzigingsbeding genoemd.

Een niet-wijzigingsbeding moet schriftelijk worden vastgelegd. Dit kan in het echtscheidingsconvenant worden opgenomen.

Een voordeel van een niet-wijzigingsbeding is dat dit zekerheid biedt. Partijen weten waar ze aan toe zijn met betrekking tot de hoogte en de duur van de partneralimentatie. Het kan voorkomen dat uw ex-partner in de toekomst naar de rechter gaat om de partneralimentatie te wijzigen. Een nadeel van een niet-wijzigingsbeding is dat niemand weet wat er in de toekomst gaat gebeuren. Als er dan toch iets verandert waar u van tevoren niet op had gerekend, kan een niet-wijzigingsbeding voor problemen zorgen.

Kunt u onder een overeengekomen niet-wijzigingsbeding bij partneralimentatie uitkomen?

Wanneer één van de partijen na verloop van tijd de overeengekomen partneralimentatie wil wijzigen ondanks dat er sprake is van een niet-wijzigingsbeding en hij/zij kan hierover geen overeenstemming met zijn/haar ex-partner bereiken, moet hij/zij zich tot de rechter wenden.

De rechter zal in dit geval een veel zwaardere toets toepassen dan als er geen sprake is van een niet-wijzigingsbeding. Degene die een beroep doet op doorbreking van een niet-wijzigingsbeding moet aantonen dat er sprake is van een zó ingrijpende wijziging van omstandigheden dat hij/zij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer meer aan dit niet-wijzigingsbeding kan worden gehouden. Hierbij kan er gedacht worden aan het volledig arbeidsongeschikt worden of het winnen van een loterij. Hiervan kan alleen sprake zijn als er een volkomen wanverhouding is tussen hetgeen partijen bij het sluiten van het niet-wijzigingsbeding voor ogen stond en hetgeen zich in werkelijkheid heeft voorgedaan. Het moet gaan om omstandigheden die niet voorzienbaar waren. U moet aantonen dat u op geen enkele wijze had kunnen vermoeden dat op het moment dat u het niet-wijzigingsbeding bent overeengekomen deze situatie zou ontstaan. Hierbij is van belang om goed te onderbouwen wat de bedoeling van partijen was bij het overeenkomen van het niet-wijzigingsbeding.

Op degene die het niet-wijzigingsbeding wil doorbreken rust de stelplicht ten aanzien van het aantonen van bijzondere omstandigheden die dit kunnen rechtvaardigen. Aan deze stelplicht stellen rechters zware eisen. Het doorbreken van een dergelijk beding wordt slechts in uitzonderlijke situaties toegestaan.

Wat zegt de jurisprudentie hierover?

Als er gekeken wordt naar de jurisprudentie is te zien dat rechters niet vaak een beroep op doorbreking van een niet-wijzigingsbeding honoreren. Dit is begrijpelijk, aangezien partijen in het verleden niet voor niets dit beding zijn overeengekomen. Zij mogen hiervan een bepaalde zekerheid verwachten.

In de onderstaande uitspraken werd het verzoek wel toegewezen door een rechter.

  • De alimentatieplichtige was 7 jaar voor zijn pensioengerechtigde leeftijd ontslagen, waardoor zijn inkomen fors was gedaald. Hij had gedurende 41 jaar voor hetzelfde bedrijf gewerkt in een hoge functie. De rechter is er van uitgegaan dat de alimentatieplichtige voor zijn pensioen niet meer hetzelfde inkomen kan verwerven als daarvoor. De alimentatieplichtige heeft aangetoond dat hij er alles aan heeft gedaan om een nieuwe baan te vinden, maar dat dit niet is gelukt. Hierbij was van belang dat hij enkel een havo-opleiding had afgerond en specialistisch werk had verricht. De door de alimentatieplichtige ontvangen ontbindingsvergoeding diende verdeeld te worden over de jaren totdat hij zijn pensioengerechtigde leeftijd had bereikt. Ook had de alimentatieplichtige een erfenis ontvangen. Deze heeft de rechter buiten beschouwing gelaten, aangezien deze tot uitkering is gekomen ruimschoots na de ontbinding van het huwelijk en dat deze erfenis deels ten goede is gekomen aan de kinderen van partijen (ECLI:NL:RBDHA:2020:10366). 
  • Er is een hoge partneralimentatie overeengekomen, aangezien de alimentatieplichtige bij de echtscheiding een hoog inkomen had. Na enige tijd ontving hij een bijstandsuitkering, waardoor hij niet meer de overeengekomen partneralimentatie kon betalen. Instandhouding van de hoge partneralimentatie zou een persoonlijk faillissement van de man veroorzaken. Daarom schorst de rechter de verplichting tot betaling van partneralimentatie op totdat de alimentatieplichtige weer ruimte heeft om partneralimentatie te betalen (ECLI:NL:RBAMS:2018:4375).
  • Door het faillissement van de alimentatieplichtige in privé lag er een beslag op zijn gehele vermogen, waardoor hij niet meer kon voldoen aan de overeengekomen partneralimentatie. De stelling van de alimentatiegerechtigde dat een faillissement voor een ondernemer voorzienbaar kan zijn en dus om die reden niet tot doorbreking van het beding kan leiden is onvoldoende om tot een ander oordeel te komen (ECLI:NL:GHSHE:2020:1178).
  • De alimentatieplichtige heeft een hersenbloeding gekregen, waardoor zijn inkomen aanzienlijk is gedaald. Dit rechtvaardigt dat opnieuw de hoogte van de partneralimentatie moet worden berekend (ECLI:NL:GHARL:2013:8649).
    .

Mag u een niet-wijzigingsbeding afspreken voor kinderalimentatie?

Ouders zijn op grond van de wet verplicht om in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen te voorzien. Dit geldt totdat zij de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt. De kinderalimentatie moet ten minste voldoen aan de wettelijke maatstaven. De hoogte wordt berekend op basis van de behoefte van de kinderen en de draagkracht van de ouders.

De Hoge Raad heeft bepaald dat als een niet-wijzigingsbeding bij kinderalimentatie inhoudt dat een toename van de draagkracht van de ouders of van de behoefte van het kind niet kan leiden tot een hogere kinderalimentatie, dit beding nietig is (ECLI:NL:HR:2019:1689). Die inhoud of strekking is in strijd met de dwingendrechtelijke bepaling dat iedere ouder ten minste verplicht is naar draagkracht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van minderjarige kinderen

Voor zover het niet-wijzigingsbeding inhoudt dat een afname van de draagkracht van de ouders of van de behoefte van het kind niet kan leiden tot een lagere kinderalimentatie, mag dit wel. Een voorbeeld van een afname van de draagkracht is als één van de ouders een kind krijgt met zijn/haar nieuwe partner. In dat geval is deze ouder financieel verantwoordelijk voor meerdere kinderen. Dus een niet-wijzigingsbeding dat in het voordeel van de kinderen is, blijft wel geldig. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het kan voorkomen dat een niet-wijzigingsbeding wordt doorbroken als de ouder dan niet meer in staat is om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien.

Conclusie

Rechters zijn heel erg terughoudend in het toewijzen van verzoeken om een niet-wijzigingsbeding te doorbreken. Hoe een rechter oordeelt is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval en wat degene die zich beroept op het doorbreken van het niet-wijzigingsbeding kan aantonen. Het is dus belangrijk om samen met een gespecialiseerd familierechtadvocaat te bekijken of het in uw situatie verstandig is om een niet-wijzigingsbeding over een te komen bij uw echtscheiding of dat in een later stadium de feiten en omstandigheden aanleiding geven voor het indienen van een dergelijk verzoek. Het overeenkomen van een niet-wijzigingsbeding kan grote financiële gevolgen hebben in de toekomst.

Bij SPEE advocaten & mediation hebben wij jarenlange ervaring in het familierecht. Neem voor deskundig advies gerust contact met ons op! Contactpagina SPEE advocaten & mediation.

 

SPEE advocaten & mediation Maastricht