17 jan 2025 De zzp’er vanaf 2025: wat verandert er nu echt (of niet)?

Risico’s niet alleen fiscaal maar ook arbeidsrechtelijk

De sociale media lopen ervan over en alle ‘zzp-deskundigen’ buitelen over elkaar heen: de fiscus is vanaf 1 januari 2025 de wet DBA weer gaan handhaven. Wat betekent dat in de praktijk? En is er eigenlijk per die datum wel zoveel veranderd als vaak wordt gedacht? In dit artikel geven wij een overzicht van de belangrijkste zaken in heden, verleden en toekomst.

Nieuw: handhaving wet DBA door de Belastingdienst

De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (wet DBA) wordt vanaf 1 januari dit jaar weer volledig gehandhaafd. Met andere woorden: de fiscus gaat controleren op schijnzelfstandigheid. Opdrachtgevers die zzp’ers inhuren voor werk dat zij niet zelfstandig uitvoeren, lopen het risico op boetes, correctieverplichtingen en naheffingen. Dat is geen pretje! Let wel: als blijkt dat zzp’ers eigenlijk werknemers zijn, dan kan de fiscus teruggaan tot 1 januari dit jaar.

Bestaand, maar nog steeds geldend: de Deliveroo-criteria

De handhaving van de fiscus is dus weer op gang gekomen. Maar het toetsingskader dat daarbij wordt gebruikt, bestaat al veel langer, en is hetzelfde als het arbeidsrechtelijke toetsingskader, namelijk: de criteria van de Hoge Raad uit het Deliveroo-arrest (de welbekende firma die maaltijden aan huis bezorgt, en inmiddels uit ons land is verdwenen). Deze uitspraak dateert al van 24 maart 2023, geldt nog steeds en werkt óók door in de fiscale handhaving.

Reden te meer om de visie van de Hoge Raad nog eens op een rij te zetten. Wanneer is iemand een ‘echte’  zzp’er (met een overeenkomst van opdracht) of toch een werknemer (met een arbeidsovereenkomst)? De wet bepaalt in artikel 7:610 Burgerlijk Wetboek dat de volgende vragen daarbij van belang zijn:

  • Wordt er arbeid verricht?
  • Is er sprake van loon?
  • Is er sprake van (werkgevers)gezag?
    .

Aangezien zowel zzp’ers als werknemers arbeid verrichten én daarvoor een vergoeding krijgen, is het derde punt doorslaggevend: het gezagscriterium. Volgens de Hoge Raad moet er worden gekeken naar alle omstandigheden van het geval, in onderling verband bezien, om te bepalen of er sprake is van een overeenkomst van opdracht of een arbeidsovereenkomst. Om dit – toch wat vage – criterium in te kleuren, heeft de Hoge Raad 9 gezichtspunten geformuleerd:

  • De aard en de duur van de werkzaamheden
  • Hoe worden de werkzaamheden en de werktijden bepaald?
  • In welke mate zijn de werkzaamheden én de opdrachtnemer onderdeel van de organisatie van de opdrachtgever, en dus ‘ingebed’?
  • Is er een verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren, of kan de opdrachtnemer zich laten vervangen?
  • Op welke manier zijn de afspraken tot stand gekomen?
  • Op welke manier wordt de beloning bepaald?
  • Wat is de hoogte van de beloning (mede ten opzichte van personeel in loondienst)?
  • In welke mate loopt de opdrachtnemer commercieel risico?
  • In welke mate gedraagt de opdrachtnemer zich als ondernemer of kan hij zich als ondernemer gedragen?
    .

Er vindt dus een totaalbeoordeling plaats, aan de hand van deze gezichtspunten. Nogmaals: dit is ook hoe de fiscus zal toetsen. Het risico voor opdrachtgevers is echter niet puur fiscaal: als een zzp’er op grond van ‘Deliveroo’ toch als werknemer kan worden gezien, kan hij of zij óók bij de opdrachtgever het nodige vorderen. Immers, de schijnzelfstandige heeft dan (met terugwerkende kracht) alle rechten en plichten van een werknemer. Dus ook salaris, recht op loondoorbetaling bij ziekte, vakantiedagen, vakantiegeld, pensioen, premieafdracht enzovoorts! Hierbij kan vijf jaar terug worden gegaan.

Kort en goed: het arbeidsrechtelijke en het fiscale toetsingskader zijn beiden op het Deliveroo-arrest gebaseerd. Maar de arbeidsrechtelijke consequenties kunnen mogelijk nog veel ingrijpender zijn dan de fiscale consequenties. Mogelijk staan niet alle opdrachtgevers hier voldoende bij stil.

Toekomst: wet VBAR

Aangezien de algehele tendens van de Nederlandse wetgever is om zzp’erschap minder aantrekkelijk te maken, wordt er gewerkt aan een voorstel voor de wet VBAR (Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden). Deze wet moet de wet DBA gaan vervangen. De wet VBAR geeft een toetsingskader dat het onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen moet verduidelijken en schijnzelfstandigheid moet verminderen. Ook de wet VBAR zal sterk leunen op de jurisprudentie die er al is, waaronder “Deliveroo”.

Conclusie

Aangezien de Deliveroo-criteria al bijna twee jaar gelden, is er per 1 januari 2025 niet zoveel veranderd als nu wordt geroepen. Zzp’ers die eigenlijk verkapte werknemers zijn, kunnen immers al de nodige rechten claimen! De fiscale handhaving is daar nu bij gekomen. Reden te meer om – zowel als zzp’er en als opdrachtgever – de praktijk eens goed tegen het licht te houden. Wat er tussen partijen op papier is gezet, is daarbij overigens niet doorslaggevend, maar kan wél helpen. Wilt u de werkwijze ook tegen het licht laten houden en een risicoscan laten maken? SPEE advocaten & mediation helpt u daar graag bij.

SPEE advocaten & mediation Maastricht