22 feb 2023 Buitengerechtelijke vernietiging arbeidsovereenkomst omdat werknemer verschenen is in uitzending Undercover: houdt dit stand bij de rechter?

In deze uitspraak gaat het over een werknemer (docent bij een school) die in augustus 2022 in dienst is getreden bij de betreffende school, maar kort daarna het onderwerp is geweest van een uitzending van het televisieprogramma “Undercover in Nederland”. De school heeft de arbeidsovereenkomst kort na de betreffende uitzending buitengerechtelijk vernietigd op grond van bedrog danwel dwaling. Vervolgens is er een procedure gevoerd bij de Kantonrechter, waarin de vraag beantwoord diende te worden of de vernietiging standhoudt en zo nee, of de arbeidsovereenkomst ontbonden kan worden op één van de door de school aangedragen gronden.

Wat zijn de feiten?

Zoals aangegeven is werknemer begin augustus 2022 in dienst getreden bij de school.

Op 28 augustus 2022 heeft het televisieprogramma Undercover in Nederland een aflevering gewijd aan werknemer. De uitzending is door het team van Undercover in Nederland op haar website als volgt samengevat: “Alberto en zijn team ontmaskeren een man die met grote aantallen vrouwen relaties aangaat, geld leent en vervolgens niet terugbetaalt. Het gaat om enorme bedragen en hij heeft vaak tegelijkertijd relaties met de verschillende vrouwen. De dames in kwestie dachten in hem hun droomman te hebben gevonden, maar komen allemaal bedrogen uit. Alberto gaat de confrontatie aan, samen met een van de gedupeerde vrouwen.

De school heeft na de tv-uitzending contact gezocht met werknemer en hem verzocht niet te verschijnen op de plenaire opening van het nieuwe schooljaar op 29 augustus 2022. Partijen zijn vervolgens in overleg getreden over een minnelijke oplossing. Daar zijn zij niet in geslaagd.

In zijn brief van 19 september 2022 heeft de voorzitter van het College van Bestuur van de school, onder meer het volgende geschreven aan werknemer:

Eind augustus zijn wij verrast door een uitzending van het televisieprogramma Undercover in Nederland waarvan u het onderwerp bent geweest. (..) Uit de uitzending is ons duidelijk geworden dat de opnames van dit programma zijn gemaakt in een periode vóór de zomer. De sollicitatieprocedure bij onze school heeft plaatsgevonden in juni, derhalve nadat de opnames zijn gemaakt. Wij zijn van mening dat u tijdens de sollicitatieprocedure had moeten beseffen dat de gemaakte beelden waarschijnlijk op korte termijn zouden worden uitgezonden en dat dit voor ons als (potentiële) werkgever van belang zou kunnen zijn. Tijdens de sollicitatieprocedure heeft u ons echter in het geheel niet geïnformeerd over het feit dat u langdurig bent geconfronteerd en ondervraagd door de programmamaker met zijn cameraploeg. Daarmee heeft u ons niet ingelicht over belangrijke informatie in het kader van de sollicitatieprocedure, als gevolg waarvan wij de arbeidsovereenkomst onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken zijn aangegaan. Als u ons wél zou hebben geïnformeerd over de voornoemde opnames, dan hadden wij niet de keuze gemaakt om u aan te nemen. Daarom menen wij dat bij de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst sprake is geweest van bedrog en/of dwaling, op grond waarvan de arbeidsovereenkomst vernietigbaar is. (..) Wel zijn wij van mening dat de wijze waarop u als gevolg van de voornoemde uitzending in de openbaarheid bent gekomen, waarbij u onder meer publiekelijk bekend bent gezet als de ‘ [naam]’, in de weg staat aan een adequate uitoefening van uw functie van docent binnen de school. (..) Vanwege het bovenstaande vernietigen wij hierbij de eerder tussen ons overeengekomen arbeidsovereenkomst. Een dergelijke vernietiging heeft juridisch gezien terugwerkende kracht. Dit betekent dat er tussen ons nooit een arbeidsovereenkomst heeft bestaan en dat het door ons reeds aan u overgemaakte salaris onverschuldigd is betaald. Wij behouden ons expliciet het recht voor om dit salaris van u terug te vorderen.. (..)

Het verzoek van werkgever

De school heeft de Kantonrechter verzocht, voor zover in rechte onherroepelijk komt vast te staan dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen nog bestaat, deze arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn te ontbinden, zonder dat aan werknemer een transitievergoeding wordt toegekend en de proceskosten tussen partijen te compenseren.

Het verweer en het tegenverzoek van werknemer

Werknemer verweert zich tegen het verzoek en stelt, kort gezegd, dat er geen sprake is geweest van bedrog of dwaling bij de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst, zodat de school de arbeidsovereenkomst ten onrechte buitengerechtelijk heeft vernietigd en werknemer stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen.

Werknemer heeft op zijn beurt de Kantonrechter, samengevat en na vermindering van eis ter zitting, primair verzocht te bepalen dat de school de arbeidsovereenkomst ten onrechte buitengerechtelijk heeft vernietigd, het verzoek tot ontbinding af te wijzen en de school te veroordelen tot betaling van het overeengekomen loon plus emolumenten, verhoogd met wettelijke verhoging. Voor zover de ontbinding zou worden toegewezen heeft werknemer subsidiair verzocht om aan hem de transitievergoeding en een billijke vergoeding toe te kennen, naast de eindafrekening van het dienstverband met betrekking tot vakantiedagen en vakantiegeld, met veroordeling van de school in de kosten van de procedure.

Wat oordeelt de Kantonrechter?

Ten aanzien van de buitengerechtelijke vernietiging van de arbeidsovereenkomst op grond van bedrog c.q. dwaling, komt de Kantonrechter tot de conclusie, dat daar géén sprake van is, waardoor de buitengerechtelijke vernietiging van de arbeidsovereenkomst geen standhoudt. Kort gezegd komt het er op neer, dat de Kantonrechter oordeelt dat het een privékwestie betrof, waarvan onvoldoende is komen vast te staan, dat werknemer wist of had moeten weten, dat deze kwestie mogelijk implicaties zou hebben voor zijn functioneren als docent. Verder is de Kantonrechter van mening, dat de school onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat werknemer de school zou hebben bewogen tot het aangaan van de arbeidsovereenkomst door opzettelijk te verzwijgen dat hij onderwerp zou zijn van de tv-uitzending van Undercover in Nederland, of dat van enige andere kunstgreep sprake zou zijn.

De Kantonrechter verwijst hierbij naar het arrest van de Hoge Raad van 7 februari 2020 (ECLI:NL:HR:2020:213).

Uit dit arrest volgt, dat aan een beroep op (vernietiging wegens) bedrog of dwaling dezelfde strenge eisen worden gesteld als aan een om diezelfde reden gegeven ontslag op staande voet. Zou dat namelijk niet het geval zijn, dan zou, door de arbeidsovereenkomst te vernietigen wegens een wilsgebrek, een route gecreëerd worden, om het ontslagrecht te omzeilen en dat is niet de bedoeling.

Ten aanzien van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft te gelden dat de Kantonrechter van oordeel is, dat vanwege het in de uitzending van Undercover in Nederland geschetste beeld van werknemer, van de school in redelijkheid niet kan worden verlangd dat zij de arbeidsovereenkomst met werknemer laat voortduren door werknemer proefondervindelijk als docent voor de klas te zetten. Een docent die te boek is komen te staan als iemand die vrouwen op grote schaal manipuleert voor geld en seks, vervult immers niet de (morele) voorbeeldfunctie die wél van een document mag worden verwacht. Dit geldt in deze omstandigheden misschien nog wel meer, omdat het een school midden in een achterstandswijk betreft, met een leerlingenpopulatie die deels ook als kwetsbaar en/of risicovol moet worden gezien. De behoefte aan een onberispelijk rolmodel is daarom zo mogelijk nog groter dan op een reguliere school voor voortgezet onderwijs.

De conclusie dat de Kantonrechter het verzoek van de school zal toewijzen en dat de arbeidsovereenkomst dus zal worden ontbonden. Het einde van de arbeidsovereenkomst zal worden bepaald op 1 april 2023. Dat is de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd, verminderd met de duur van de procedure.

Voorts heeft de Kantonrechter bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten betaalt.

Het verzoek om de school te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding, wordt toegewezen, nu er volgens de Kantonrechter geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer gaat om situaties waarin de werknemer zich bewust is van het onoorbare karakter van zijn gedragingen, bijvoorbeeld de situatie waarin de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt. Daar is echter in deze zaak geen sprake van, aldus de Kantonrechter.

De Kantonrechter ziet daarentegen géén aanleiding om aan werknemer een billijke vergoeding toe te kennen. Een billijke vergoeding kan worden toegekend als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Daar is echter in deze zaak, volgens de Kantonrechter, geen sprake van.

Lees hier de volledige uitspraak.

Conclusie

Deze uitspraak maakt duidelijk dat buitengerechtelijke vernietiging van een arbeidsovereenkomst op grond van dwaling en/of bedrog, streng wordt getoetst door de Kantonrechter en dus alleen moet worden toegepast, als de gestelde dwaling en/of het gestelde bedrog, onomstotelijk bewijsbaar is. Indien dat bewijs niet, of onvoldoende, voorhanden is, kan beter gekozen worden voor een andere weg, zoals ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Heeft u vragen over dit onderwerp of andere arbeidsrechtelijke onderwerpen? Win dan tijdig advies in. Bij SPEE advocaten & mediation kunt u terecht bij zeer ervaren arbeidsrechtadvocaten.

SPEE advocaten & mediation Maastricht