Een werkgever ontsloeg een werknemer op staande voet nadat bleek dat zij, terwijl zij arbeidsongeschikt was, elders in loondienst werkte als masseuse. De werkgever vond dat onacceptabel: volgens hem was dit onverenigbaar met haar arbeidsongeschiktheid en haar fulltime dienstverband. Er werd in twee instanties over geprocedeerd. Wat vond het Gerechthof ervan?
Geen absoluut verbod op nevenwerk tijdens ziekte
Het Hof benadrukt dat een werkgever een werknemer in beginsel niet kan verbieden om – buiten het eigen werkrooster – elders werkzaamheden te verrichten. Alleen wanneer er objectieve gronden zijn voor een beperking, bijvoorbeeld om gezondheids- of veiligheidsredenen, kan een dergelijk verbod gerechtvaardigd zijn. In dit geval was daarvan geen sprake. De enkele omstandigheid dat de werknemer nog ziekgemeld was, betekent niet automatisch dat zij elders niets mocht doen.
Wel meldplicht richting bedrijfsarts
Volgens het Hof had de werknemer wél aan de bedrijfsarts moeten melden dat zij een tweede dienstverband had. De bedrijfsarts had dan kunnen beoordelen of deze werkzaamheden haar herstel of re-integratie in de weg stonden. Dat had de werknemer nagelaten, wat verwijtbaar is, maar onvoldoende om een ontslag op staande voet te rechtvaardigen.
Geen bewijs voor verband tussen herstel en bijbaan
De werkgever kon volgens het Hof niet aantonen dat er daadwerkelijk een verband bestond tussen het (naar zijn mening) trage herstel van werknemer en haar werkzaamheden bij de andere werkgever. Daarmee ontbrak de dringende reden die voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet vereist is. Een ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie zou in dit geval mogelijk wél toewijsbaar zijn geweest, maar dat stond hier niet ter beoordeling, omdat de werkgever voor ontslag op staande voet heeft gekozen.
Belang voor de praktijk
Deze uitspraak maakt opnieuw duidelijk dat een ontslag op staande voet wegens nevenwerk tijdens ziekte slechts bij uitzondering standhoudt. Een werkgever zal concreet moeten aantonen dat de nevenwerkzaamheden het herstel belemmeren of anderszins strijdig zijn met re-integratie-verplichtingen. Voor werknemers geldt, dat zij altijd openheid moeten geven aan de bedrijfsarts over eventuele andere werkzaamheden, juist om misverstanden of verwijten te voorkomen.
ECLI:NL:RBDHA:2024:21917, Rechtbank Den Haag, 11189612 RP VERZ 24-50398
Heeft u vragen over arbeidsongeschiktheid, nevenwerk of ontslag op staande voet?
De arbeidsrecht advocaten van SPEE advocaten & mediation helpen u graag verder. Neem gerust contact met ons op voor advies op maat.