Als advocaat die tevens MfN-registermediator is, is het voor mij bijna dagelijkse kost om (als mediator) de geheimhouding goed vast te leggen en te bewaken. Helaas zijn er nog altijd advocaten en partijen die het met de geheimhouding (die een zeer belangrijke pijler van mediation is), niet zo nauw nemen. Een recente uitspraak van de Raad van Discipline bevestigt nogmaals hoe strikt de geheimhoudingsplicht is bij mediation, óók voor advocaten die zelf geen partij waren bij de mediationgesprekken. In deze zaak kreeg een advocaat in het kader van een tuchtrechtelijke klachtprocedure een waarschuwing wegens het delen van informatie uit een eerder mediationtraject tussen zijn cliënte en haar ex-partner.
De casus
Klager en zijn ex-partner hadden hun geschil trachten op te lossen via mediation. In dat kader tekenden zij een mediationovereenkomst waarin onder meer geheimhouding was overeengekomen. Toen het alsnog tot een juridische procedure kwam over omgang en alimentatie, diende de advocaat van de ex-partner – die destijds geen rol had gespeeld in de mediation – namens zijn cliënte een verweerschrift in bij de rechtbank. Bij dat verweerschrift voegde hij producties waarin onder meer uitlatingen van zijn cliënte over de mediation werden gedaan.
Toen de advocaat van klager hiertegen bezwaar maakte, trok de beklaagde advocaat deze producties weliswaar onmiddellijk in, maar volgens klager was het kwaad toen al geschied: de rechtbank had immers al kennis kunnen nemen van de ingebrachte stukken en dus ook van hetgeen er in het mediationtraject gezegd en geschreven was.
Geheimhouding geldt óók voor advocaten
De Raad van Discipline stelt klager in het gelijk en verwijst naar vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline. Die jurisprudentie maakt duidelijk dat de geheimhoudingsverplichting die voortvloeit uit een mediationovereenkomst ook geldt voor advocaten, ook als zij zelf geen partij waren bij de mediation en geen geheimhoudingsverklaring hebben ondertekend.
Het zou volgens de tuchtrechter “op onaanvaardbare wijze aan waarde inboeten” als een advocaat naar eigen inzicht en zonder afstemming met de wederpartij informatie uit de mediation in de procedure zou kunnen gebruiken.
De geheimhouding betreft bovendien niet alleen voorstellen of conceptteksten uit de mediation. Alles wat mondeling of schriftelijk wordt uitgewisseld, valt onder de reikwijdte van deze plicht. Dat geldt ook voor de gang van zaken tijdens de gesprekken, de emoties van partijen en de over en weer geuite verwijten. Slechts onder bijzondere omstandigheden kan daarvan worden afgeweken, maar die deden zich hier niet voor.
De opgelegde maatregel
De Raad oordeelt dat de beklaagde advocaat de grenzen van de hem toekomende vrijheid heeft overschreden. Hoewel een berisping op zijn plaats zou zijn, krijgt de advocaat vanwege de specifieke omstandigheden van het geval uiteindelijk een waarschuwing.
Lees hier de uitspraak.
Wat leert deze uitspraak?
Deze uitspraak onderstreept het belang van zorgvuldigheid bij het omgaan met vertrouwelijke mediationinformatie, ook voor advocaten die zelf niet bij de mediation betrokken waren. Voor advocaten die in een latere procedure één van de voormalige partijen bijstaan, geldt dezelfde strikte geheimhouding. De tuchtrechter is hierin helder: mediation is vertrouwelijk, en die vertrouwelijkheid moet worden beschermd. Als mediator zorg ik er bovendien als extra zelf altijd voor dat partijbegegeleiders, zoals advocaat, altijd een geheimhoudingsverkaring ondertekenen. In dit geval had dat echter niet geholpen, omdat de betreffende advocaat nog niet in beeld was tijdens het mediationtraject.
Vragen over mediation, geheimhouding, of wat wel en niet toegestaan is in dat kader? De ervaren mediators van SPEE advocaten & mediation weten raad.