21 jul 2025 Verevening van buitenlandse pensioenen: Duitse Altersrente valt onder de Wvps, maar matiging mogelijk

Wanneer u gaat scheiden komt ook de verdeling van pensioenrechten aan bod. Dat is ook het geval wanneer er sprake is van buitenlandse pensioenregelingen. Welke regelingen vallen onder de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvps)? En wanneer is het (on)redelijk dat het pensioen volledig wordt verdeeld? Het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch boog zich hier onlangs nog over in een interessante zaak (ECLI:NL:GHSHE:2025:1188). Dit artikel zet de juridische kaders en de betekenis van deze uitspraak uiteen.

Wat is verevening van pensioenrechten bij scheiding?

De Wvps regelt de verdeling van ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. In beginsel hebben beide echtgenoten recht op de helft van het tijdens de huwelijkse periode opgebouwde ouderdomspensioen van de ander. Dit recht geldt ook bij een buitenlands pensioen, mits sprake is van een regeling die vergelijkbaar is met een Nederlands pensioen.

Typische situaties waarin dit speelt, zijn huwelijken waarin één van beide echtgenoten in het buitenland heeft gewerkt en daar pensioen heeft opgebouwd, bijvoorbeeld bij werken in Duitsland of België.

De wet en buitenlandse pensioenregelingen

Artikel 1 lid 8 Wvps bepaalt dat de wet ook van toepassing is op pensioenen die zijn opgebouwd op grond van een buitenlandse pensioenregeling, zolang op het huwelijksvermogensregime Nederlands recht van toepassing is. Dat betekent dat het buitenlands pensioen moet worden verevend alsof het een Nederlands pensioen is – mits het voldoende vergelijkbaar is.

De Hoge Raad bepaalde op 13 juli 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1219) dat een buitenlandse oudedagsvoorziening onder de Wvps valt als deze in het maatschappelijk verkeer van dat land een vergelijkbare functie vervult als een Nederlands pensioen. Het hoeft dus niet aan alle Nederlandse eisen te voldoen, zolang het in functie gelijkwaardig is.

Let op: sociale voorzieningen zoals de AOW of de Belgische rustpensioenen vallen níet onder de Wvps. Dat is bevestigd in eerdere rechtspraak (zie bijvoorbeeld: ECLI:NL:RBZWB:2013:11280).

Wat speelde er in de uitspraak van 24 april 2025 (ECLI:NL:GHSHE:2025:1188)?

In deze zaak had de man tijdens het huwelijk in Duitsland gewerkt en daar een zogenoemde “Altersrente” opgebouwd. De vrouw vorderde verevening op grond van de Wvps.

Het Gerechtshof oordeelde dat de Altersrente wél als een ouderdomspensioen in de zin van de Wvps kwalificeert. Belangrijk hierbij was dat deze voorziening gebaseerd is op arbeidsjaren en loonhoogte, net zoals het Nederlandse werknemerspensioen. De Altersrente was dus niet louter een sociale uitkering zoals de AOW, maar een prestatiegebonden oudedagsvoorziening.

Toch werd de verevening deels beperkt. De man had namelijk géén AOW opgebouwd tijdens het huwelijk (door werken in Duitsland), terwijl de vrouw wél een volledige AOW-opbouw had gehad. Ongematigde verevening zou in dit geval betekenen dat de vrouw zowel volledige AOW als de helft van de Altersrente zou ontvangen, terwijl de man door hun gezamenlijke keuze (geen AOW-inleg in Nederland) slechts de helft van zijn Duitse pensioen zou overhouden. Dat achtte het Gerechtshof onaanvaardbaar.

Het Gerechtshof bepaalde daarom:

  1. Tot de AOW-leeftijd van de man (19 oktober 2024) moest de Altersrente volledig worden gedeeld.
  2. Daarna mocht de man eerst het gemiste deel aan AOW-uitkering “compenseren” met zijn Altersrente.
  3. Alleen het restant was dan nog te verevenen.
    .

Relevante jurisprudentie in vergelijkbare zaken

  • HR 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1219: Functionele benadering bij buitenlandse pensioenen: het gaat om de functie, niet om de exacte kenmerken.
  • Den Haag 5 april 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:3759: Italiaans pensioen viel onder de Wvps.
  • Hof Arnhem-Leeuwarden 21 november 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10007: Buitenlands pensioen werd aangemerkt als voldoende gelijkwaardig en dus verevenbaar.
    .

Praktische adviezen

Het is dus belangrijk de aard van het buitenlandse pensioen te beoordelen: gaat het om een werkgerelateerde voorziening of een sociale uitkering zoals AOW? Daarnaast is het handig om over de juiste (bewijs-)stukken te beschikken. Vraag opgaven op bij het buitenlandse pensioenfonds over opbouw en voorwaarden. Ga goed na hoe het zit met de AOW-opbouw. Een ontbrekende of gekorte AOW-opbouw kan reden zijn voor matiging van verevening.

Conclusie

De uitspraak van het hof ‘s-Hertogenbosch bevestigt dat buitenlandse pensioenrechten onder de Wvps kunnen vallen, mits ze in functie vergelijkbaar zijn met Nederlandse regelingen. Tegelijkertijd laat de uitspraak zien dat redelijkheid en billijkheid matiging kunnen rechtvaardigen, vooral als er sprake is van scheve AOW-opbouw. U wordt geadviseerd om in het geval van pensioenopbouw in het buitenland tijdig juridisch advies in te winnen en samen met uw advocaat te onderzoeken of bijvoorbeeld overleg met de vereveningsgerechtigde tot maatwerkafspraken kan leiden die in een echtscheidingsconvenant kunnen worden opgenomen.

Heeft u vragen over pensioenverdeling bij scheidingen? Neem contact op met mr. Angelique van den Eshoff van SPEE advocaten & mediation. Zij is gespecialiseerd in familierecht en erfrecht. Zij adviseert u graag over uw rechten en plichten in binnen- én buitenland.

SPEE advocaten & mediation Maastricht