Minister Koolmees geeft antwoord op Kamervragen
Afgelopen week heeft Wouter Koolmees, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vragen van de Tweede Kamer beantwoord over de NOW. Hij heeft duidelijkheid geschept over de vraag of werknemers, van wie de werkgevers gebruik hebben gemaakt van de NOW, verplicht zijn om extra te komen werken, om zo de niet-gewerkte uren in te halen.
Het antwoord op de gestelde vraag luidt ontkennend: een werkgever kan een werknemer in principe niet verplichten om niet-gewerkte uren in een andere maand in te halen. Benadrukt wordt dat werkgevers een loondoorbetalingsverplichting hebben. Die plicht is er ook als de arbeid geheel of gedeeltelijk niet wordt verricht. Als tijdens de sluiting van het bedrijf de werknemers wel beschikbaar waren voor het uitvoeren van de werkzaamheden, maar zij niet konden werken vanwege de coronamaatregelen, dan is dat een risico dat voor rekening van de werkgever komt. Niet-gewerkte uren hoeven niet verplicht te worden ingehaald, tenzij er sprake is van een uitzondering op grond van cao of individuele arbeidsovereenkomst.
Het is aan cao-partijen, of werkgevers en werknemers samen om af te spreken hoe eerder gemaakte afspraken zich verhouden tot de coronacrisis, bijvoorbeeld in het geval van een jaarurennorm. Eerder is er in een bestuurlijk overleg met de sociale partners aandacht gevraagd voor dit onderwerp. Als partijen er niet uitkomen, of als buiten de gemaakte afspraken om niet-gewerkte uren moeten worden ingehaald, kunnen partijen dit aan de rechter voorleggen.
De minister benadrukt dat het behoud van werkgelegenheid het doel is van de NOW. Het is een subsidie en deze treedt niet in het arbeidsrecht. Er staan geen voorwaarden in over niet-gewerkte uren. Een aanscherping van de regeling met terugwerkende kracht acht de minister niet mogelijk en niet wenselijk.
Heeft u ook arbeidsrechtelijke dilemma’s, al dan niet gerelateerd aan de coronacrisis en/of de NOW? Stel ze aan de arbeidsrechtadvocaten van SPEE advocaten & mediation.