Zoek
Sluit dit zoekvak.
4 jan 2023 Werkneemster verzoekt om ontbinding slapend dienstverband met toekenning van transitievergoeding en billijke vergoeding

Onze eerste arbeidsrechtelijke blog van dit nieuwe jaar, gaat over een uitspraak van de rechtbank Limburg van eind oktober 2022, waarbij de Kantonrechter diende te oordelen over een ontbindingsverzoek van werkneemster, die aan de Kantonrechter verzocht om haar zogenaamd slapend dienstverband te ontbinden, onder toekenning van (onder andere) een transitievergoeding en een billijke vergoeding. Ging de Kantonrechter hier in mee?

Wat zijn de feiten?

Werkneemster is langdurig ziek en aangezien de loondoorbetalingsverplichting en de re-integratieverplichtingen geëindigd zijn, is er sprake van een zogenaamd slapend dienstverband.

Werkneemster stelt zich op het standpunt dat werkgever aan haar de wettelijke transitievergoeding van € 27.090,86 verschuldigd is. Zij onderbouwt die stelling met het argument dat werkgever op grond van goed werkgeverschap gehouden is om akkoord te gaan met een beëindigingsvoorstel van een werknemer, met daarbij in ieder geval toekenning van de wettelijke transitievergoeding. Werkneemster doet in dat verband een beroep op het bekende en ook door ons vaker besproken Xella-arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2019:1734).

Bovendien stelt werkneemster zich op het standpunt dat aan haar een billijke vergoeding dient te worden toegekend, vanwege de gang van zaken ten tijde van haar actieve dienstverband.

Zij stelt zich in dat kader op het standpunt dat zij ongeoorloofd is overgeplaatst naar een ander filiaal en dat dat verwijtbaar is aan werkgever. In dat kader betoogt zij onder meer dat zij een moeilijke tijd heeft gehad in het nieuwe filiaal, dat ze lange reistijden had, dat ze gezondheidsproblemen had en dat ze alleenstaande ouder is met de zorg voor een dochter.

Werkgever verzet zich niet tegen de verzochte ontbinding.

Wat oordeelt de Kantonrechter?

Ondanks het feit dat werkgever zich niet heeft verzet tegen de door werkneemster verzochte ontbinding van haar arbeidsovereenkomst, is de Kantonrechter van mening dat zij de ontbinding van de arbeidsovereenkomst desalniettemin niet zomaar kan uitspreken, vanwege het feit, dat toekenning van een transitievergoeding in een ontbindingsprocedure enkel kan worden toegekend, indien er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen zijdens werkgever. Dit is overigens ook, hetgeen werkneemster ten grondslag heeft gelegd aan haar ontbindingsverzoek.

Aangezien de Kantonrechter van mening is dat op basis van de feiten en omstandigheden niet kan worden geoordeeld, dat er sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen van werkgever, is zij weliswaar voornemens het ontbindingsverzoek toe te wijzen, maar is zij tevens voornemens de verzochte transitievergoeding en billijke vergoeding af te wijzen.

Aangezien in artikel 7:686a lid 6 en 7 BW is geregeld dat de verzoeker, als deze naast de ontbinding van de arbeidsovereenkomst ook om een daaraan te verbinden vergoeding verzoekt, de gelegenheid moet krijgen het verzoek in te trekken als de Kantonrechter voornemens is de ontbinding uit te spreken zonder daaraan de door verzoeker verzochte vergoeding te verbinden, wordt werkneemster in de gelegenheid gesteld haar verzoek in te trekken. Om die reden ontbindt de Kantonrechter de arbeidsovereenkomst tussen partijen, met dien verstande, dat die ontbinding in gaat, op het moment dat werkneemster niet binnen 14 dagen na datum uitspraak, aangeeft dat zij het verzoek wil intrekken. Tevens wordt werkneemster veroordeeld in de proceskosten.

Slapende dienstverbanden, hoe zit dat ook alweer?

In de zogenaamde Xella-uitspraak van 8 november 2019 heeft de Hoge Raad beslist dat werkgevers op grond van goed werkgeverschap in beginsel moeten instemmen met een voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijdse instemming van werknemers van wie de wachttijd tijdens ziekte (104 weken) is verstreken, onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding.

In de onderhavige uitspraak, dacht werkneemster waarschijnlijk op deze regeling een beroep te kunnen doen. De Kantonrechter heeft echter geoordeeld, dat in een ontbindingsprocedure andere eisen worden gesteld aan de toekenning van een transitievergoeding, zeker als de grondslag van het verzoek gebaseerd is op ernstig verwijtbaar handelen zijden werkgever.

De volledige uitspraak leest u hier.

Conclusie

Het is ten aanzien van de materie rondom slapende dienstverbanden en het recht op vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding, belangrijk om op de hoogte te zijn van de wet- en regelgeving. In deze uitspraak ving de werkneemster in kwestie “bot”. Wilt u voorkomen dat dat u ook gebeurt, of wilt u als werkgever weten wat uw rechten en verplichtingen in dit kader zijn? De arbeidsrechtadvocaten van SPEE advocaten & mediation zijn u graag van dienst!

SPEE advocaten & mediation Maastricht

Zoeken

Recente artikelen