Het periodiek verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden is een veel voorkomend mechanisme om tijdens het huwelijk of bij echtscheiding financiële afspraken te maken en uit te voeren. Dit beding, vaak opgenomen in huwelijkscontracten waarbij echtgenoten afzien van gemeenschap van goederen, heeft tot doel een eerlijke verdeling van het tijdens het huwelijk opgebouwde vermogen te bewerkstelligen. Concreet houdt een periodiek verrekenbeding in dat echtgenoten afspreken om bepaalde inkomsten, veelal het niet voor de huishouding gebruikte gedeelte van het inkomen, periodiek – meestal jaarlijks – met elkaar te verrekenen. In de praktijk blijkt echter dat echtgenoten deze bedingen tijdens het huwelijk veelal niet naleven, waardoor bij echtscheiding een complexe financiële afwikkeling kan ontstaan.
De correcte uitvoering van een periodiek verrekenbeding vereist een zorgvuldige administratie en transparantie tussen de echtgenoten over hun financiën. Het niet uitvoeren van het beding tijdens het huwelijk leidt ertoe dat bij de echtscheiding een afwikkeling plaatsvindt waarbij als uitgangspunt geldt dat al het vermogen wordt geacht te zijn verkregen uit overgespaard inkomen dat eigenlijk verrekend had moeten worden, wat kan resulteren in aanzienlijke financiële claims van de ene echtgenoot op de andere. De wetgeving biedt kaders voor deze afwikkeling, inclusief de wijze waarop met overgespaarde inkomsten, investeringen, en de vruchten daarvan moet worden omgegaan, maar de complexiteit en nuances van individuele gevallen vragen vaak om een gedetailleerde juridische analyse en interpretatie.
De recente uitspraak van de Hoge Raad van 8 maart 2024 (ECLI:NL:HR:2024:338) werpt nieuw licht op de interpretatie van deze kaders, met name met betrekking tot de wijze waarop met schulden en vorderingen in het kader van het periodiek verrekenbeding moet worden omgegaan. Deze ontwikkeling heeft belangrijke implicaties voor de familierechtpraktijk en benadrukt het belang voor echtgenoten en hun advocaten om gedurende het huwelijk aandacht te besteden aan de naleving van hun financiële afspraken.
Kern van de uitspraak
De zaak draait om de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden waarbij partijen tijdens hun huwelijk geen uitvoering hebben gegeven aan het periodieke verrekenbeding. De Hoge Raad benadrukt het belang van een correcte interpretatie en toepassing van het wettelijk kader voor de verrekening van niet bestede inkomens uit arbeid, waarbij zowel schulden als vorderingen kunnen worden betrokken in het te verrekenen vermogen.
Cruciaal is de overweging van de Hoge Raad dat schulden, net als vorderingen, onderdeel kunnen zijn van het te verrekenen vermogen, afhankelijk van de inhoud van het periodiek verrekenbeding. Dit is een belangrijke afwijking van de vaak aangenomen stelling dat schulden niet zouden kunnen worden meegenomen in het te verrekenen vermogen bij de afwikkeling van een periodiek verrekenbeding.
Gevolgen voor de rechtspraktijk
Voor de familierechtpraktijk heeft deze uitspraak implicaties:
- Nadere duiding van het verrekenbegrip: De rechtspraktijk zal nauwkeuriger moeten kijken naar de aard van schulden en vorderingen bij de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden, vooral wanneer aan die huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk geen uitvoering is gegeven. Dit vereist een nog gedetailleerder analyse van de huwelijkse voorwaarden en de feitelijke financiële transacties tussen de echtgenoten dan voorheen al noodzakelijk werd geacht.
- Bewijslast en administratie: De uitspraak benadrukt eens te meer het belang van een deugdelijke administratie door de echtgenoten, vooral met betrekking tot de besteding van overgespaarde inkomsten. Het ontbreken van een dergelijke administratie kan nadelige gevolgen hebben voor de partij die aanspraak maakt op verrekening.
- Toekomstige huwelijkse voorwaarden: De uitspraak kan invloed hebben op hoe huwelijkse voorwaarden in de toekomst worden opgesteld, met name de bepalingen over de afwikkeling van het verrekenbeding. Er kan meer nadruk komen te liggen op duidelijke afspraken over de omgang met schulden en de vereiste administratie.
- Wijzigen huidige huwelijkse voorwaarden: Deze uitspraak onderstreept het belang van een proactieve en zorgvuldige benadering bij de financiële planning binnen het huwelijk. Reeds bestaande huwelijkse voorwaarden kunnen gewijzigd worden, met de nieuwe inzichten indachtig.
Conclusie
Deze uitspraak van de Hoge Raad zet een nieuwe standaard voor de interpretatie en toepassing van de wet bij de afwikkeling van periodieke verrekenbedingen in huwelijkse voorwaarden. Het benadrukt het belang van een gedegen administratie en biedt duidelijkheid over het omgaan met schulden in het te verrekenen vermogen. Voor gehuwden met huwelijkse voorwaarden en mensen die voornemens zijn op huwelijkse voorwaarden met elkaar te trouwen is het essentieel om deze ontwikkeling mee te nemen in de op te maken ( gewijzigde) huwelijkse voorwaarden. Advies nodig bij het maken of wijzigen van huwelijkse voorwaarden? Neem dan vrijblijvend contact op met een van onze familierechtadvocaten.