Zoek
Sluit dit zoekvak.
16 aug 2023 Verdeling van schulden bij echtscheiding: Onderlinge draagplicht en opeisbaarheid

Een echtscheiding is vaak een emotioneel en juridisch complexe gebeurtenis, waar veel bij komt kijken. Vandaag belichten we het aspect schulden. Veel mensen krijgen binnen een huwelijk wel met schulden te maken. Een hypotheek, een doorlopend krediet, een persoonlijke lening, een zakelijke lening of bijvoorbeeld een lening bij ouders of andere familieleden. Het correct en eerlijk verdelen van schulden bij een echtscheiding is van essentieel belang. Dat is niet alleen het geval in de privésituatie, maar ook wanneer een of beide echtgenoten een onderneming hebben. Het correct verdelen en afwikkelen van huwelijkse schulden beïnvloedt bijvoorbeeld ook de continuïteit van de onderneming. In dit artikel lichten we toe hoe de verdeling van schulden bij echtscheiding juridisch geregeld is en geven we ook enkele praktische tips.

Een gemeenschappelijk vermogensstelsel: het uitgangspunt

In Nederland is op veel huwelijken het wettelijke stelsel van gemeenschap van goederen van toepassing, of, voor mensen die na 1 januari 2018 in het huwelijksbootje zijn gestapt, de beperkte gemeenschap van goederen, waarbij alle bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk zijn verworven, in principe gemeenschappelijk zijn. Wanneer een huwelijk eindigt, moet niet alleen het vermogen worden verdeeld, maar moet er ook naar de schulden worden gekeken.

Stappen bij de verdeling van schulden:

  1. Inventarisatie: Het eerste en belangrijkste wat moet worden gedaan, is het inventariseren van alle schulden die het echtpaar (gezamenlijk) heeft opgebouwd. Dit omvat leningen, hypotheken, creditcardschulden en eventuele andere financiële verplichtingen.
  2. Onderscheid tussen gemeenschappelijke en persoonlijke Schulden: Het is essentieel om te bepalen welke schulden als gemeenschappelijk worden beschouwd en welke schulden als persoonlijk van aard kunnen worden beschouwd. Schulden die vóór het huwelijk zijn ontstaan of die expliciet persoonlijk zijn, kunnen in sommige gevallen buiten beschouwing worden gelaten.
  3. Evenredige verdeling: Bij een ( beperkte) gemeenschap van goederen is het uitgangspunt dat beide echtgenoten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor schulden, ongeacht wie de schuld is aangegaan. Dit geldt ook voor schulden die slechts op naam staan van één echtgenoot. In het kader van een evenredige verdeling moet de draagplicht van ieder van de echtgenoten worden vastgesteld.
  4. Afzonderlijke Afspraken: Echtgenoten kunnen onderling afwijkende afspraken maken over de verdeling van of de draagplicht voor schulden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren via een echtscheidingsconvenant dat wordt opgesteld met bijstand van advocaten of een mediator.

.
Bijzondere gevallen en uitzonderingen:

  • Schulden na scheiding: Schulden die zijn ontstaan na de datum het indienen van het verzoekschrift tot echtscheiding worden over het algemeen beschouwd als persoonlijke schulden van de echtgenoot die ze is aangegaan.
  • Schulden met ondernemingsbelangen: Schulden die zijn aangegaan voor zakelijke doeleinden of voor de financiering van een onderneming kunnen complexer zijn om te verdelen en kunnen specifieke juridische expertise vereisen.
  • Verzoek tot gelijkwaardige draagplicht: Een van de echtgenoten kan een verzoek indienen bij de rechter om een gelijkwaardige draagplicht voor de schulden vast te stellen, zelfs als de schulden in eerste instantie ongelijk verdeeld zijn.

.
Verdelen versus vaststellen onderlinge draagplicht: 

In beginsel zijn echtgenoten die in ( beperkte) gemeenschap van goederen waren gehuwd zowel tijdens het huwelijk als na de scheiding hoofdelijk aansprakelijk voor schulden die vóór de indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding werden aangegaan. Dit houdt in dat elke echtgenoot die hoofdelijk aansprakelijk is voor een schuld, volledig aansprakelijk kan worden gesteld voor de gehele schuld, ongeacht de onderlinge afspraken tussen de beide echtgenoten. Als echtgenoten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor een schuld, kan de schuldeiser ervoor kiezen om de volledige schuld te verhalen op een van de echtgenoten, zelfs als de andere echtgenoot in gebreke blijft. Dit concept kan aanzienlijke gevolgen hebben bij echtscheiding, vooral als een van de echtgenoten niet in staat is om zijn of haar deel van de schuld te voldoen. Het kan leiden tot complexe juridische kwesties en onderhandelingen tussen de betrokken partijen.

Helaas biedt de wet de rechter niet de mogelijkheid om schulden die nog lopende zijn te verdelen, zonder dat de betreffende schuldeiser aan die verdeling meewerkt. Een schuldeiser zal in het algemeen niet aan een dergelijke verdeling van de schuld willen meewerken. Zonder verdeling heeft de schuldeiser immers de mogelijkheid om de gehele schuld op beide echtgenoten te verhalen. De schuldeiser zal deze uitgebreide verhaalsmogelijkheid niet graag prijsgeven door ermee in te stemmen dat de schuld bijvoorbeeld bij helfte wordt verdeeld en de schuldeiser nog maar 50% op de ene echtgenoot kan verhalen en de andere 50% alleen op de andere echtgenoot.

Wat de echtgenoten of de rechter wel kunnen doen, is de onderlinge draagplicht voor de schuld van ieder van de echtgenoten vaststellen. Wanneer die onderlinge draagplicht zo wordt vastgesteld dat ieder van de echtgenoten 50% van de schuld voor zijn of haar rekening neemt, ligt die draagplicht tussen de echtgenoten vast. De schuldeiser hoeft zich van die onderlinge draagplicht niets aan te trekken, maar de ex-echtgenoten natuurlijk wél. Zodra een van de echtgenoten meer dan de helft van de totale schuld heeft afgelost, kan die echtgenoot het meerdere dat hij of zij heeft afgelost op de ander verhalen.

Echtgenoten die meer dan hun draagplicht aflossen op gemeenschappelijke schulden moeten wel opletten. Een regresvordering voor het meerdere op de andere echtgenoot verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag volgende op die waarop deze vordering opeisbaar is geworden. De echtgenoot kan dan vanaf het moment dat hij méér voldeed dan waartoe hij op grond van de vastgestelde onderlinge draagplicht gehouden was binnen vijf jaar een rechtsvordering tot vergoeding van het te veel betaalde instellen. Wordt de vordering niet binnen die vijf jaar ingesteld, dan verjaart de vordering. De verjaring kan wel gestuit worden. Het is dus raadzaam deze termijn in de gaten te houden.

Advies van een gespecialiseerd familierechtadvocaat:

Het proces van het verdelen van schulden en/of vaststellen van de draagplicht voor schulden bij echtscheiding kan gecompliceerd en emotioneel beladen zijn. Het is raadzaam om juridisch advies in te winnen bij een ervaren familierechtadvocaat. Een advocaat kan u helpen om uw rechten te begrijpen, u bijstaan bij onderhandelingen, belangrijke termijnen bewaken en ervoor zorgen dat uw belangen adequaat worden beschermd.

Conclusie:

Afspraken over de verdeling van schulden bij echtscheiding is een belangrijk aspect van het echtscheidingsproces. Het correct verdelen van schulden kan de basis leggen voor een gezonde financiële toekomst voor beide echtgenoten na de scheiding. Het is van vitaal belang om juridisch advies in te winnen om ervoor te zorgen dat de verdeling van schulden eerlijk en volgens de geldende wetten en regels verloopt. Heeft u vragen of wenst u advies? Neem dan contact op met gespecialiseerd familierechtadvocaat mr. Angelique van den Eshoff of mr. Marion van Acker van SPEE advocaten & mediation.

SPEE advocaten & mediation Maastricht