Toekenning van billijke vergoeding van € 125.000,- aan directeur.
Deze week een zaak ‘uit eigen stal’: wij, Monique Spee en Martine van Krieken-Boersma, stonden een statutair bestuurder bij van wie de arbeidsovereenkomst zonder redelijke grond was opgezegd door de werkgever. Voor onze cliënt hebben wij de gang naar de rechter gemaakt, met resultaat!
Wat waren de feiten?
Werknemer werkte sinds 6 januari 2020 bij werkgever, een stichting werkzaam in de duurzame energie. Op 10 december 2020 werd de werknemer tot statutair bestuurder benoemd. Helaas bleek er op zijn zachtst gezegd het nodige mis te zijn binnen de organisatie van werkgever. De bestuurder had daarom – niet voor niets – al de nodige voorgangers gehad binnen korte tijd.
Als donderslag bij heldere hemel kreeg de bestuurder te horen dat men niet meer met hem verder wilde. In de aandeelhoudersvergadering van 18 januari 2022 werd de bestuurder ontslagen. Hoogst merkwaardig, aangezien er gedurende het dienstverband nooit (kenbare en schriftelijk vastgelegde) functionerings- of beoordelingsgesprekken hebben plaatsgevonden.
Op grond van vaste jurisprudentie betekent het vennootschapsrechtelijke ontslag van een statutair bestuurder door de aandeelhoudersvergadering óók meteen het arbeidsrechtelijk ontslag. Deze werkgever hoefde dus geen ontbindingsverzoek bij de kantonrechter in te dienen; na het respecteren van de geldende opzegtermijn eindigt de arbeidsovereenkomst.
Daarom zijn wij namens de bestuurder naar de rechtbank gestapt, met het verzoek om toekenning van een billijke vergoeding, wegens ernstig verwijtbaar handelen van werkgever. Immers: een redelijke grond voor opzegging van de arbeidsovereenkomst ontbrak volledig.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank verwijst naar de jurisprudentie waaruit volgt dat óók de statutair bestuurder dezelfde bescherming geniet als de ‘gewone’ werknemer, waar het gaat om de vraag of een opzegging zonder redelijke grond voor de ontslagen bestuurder aanspraak geeft op een billijke vergoeding. Het is dus niet zo, zoals werkgever ten onrechte stelt, dat het vennootschapsrechtelijk ontslag door de werkgever meteen een voldragen h-grond (de zogenaamde ‘restgrond’) oplevert!
Volgens de rechtbank is er geen redelijke grond voor ontslag aanwezig. Ook bij een statutair bestuurder geldt dat een werkgever het wel kenbaar moet maken als deze ontevreden is over het functioneren van de bestuurder. In de woorden van de rechtbank: óók een statutair bestuurder moet ‘de aanstormende trein zien aankomen’.
De rechtbank overweegt nog dat er wellicht iets minder zwaar getild hoeft te worden aan de vereisten (vergeleken met een ‘gewone’ werknemer), maar in deze zaak ontbrak het geheel aan ook maar enig verbetertraject. Het voornemen om de bestuurder te ontslaan is rauwelijks kenbaar gemaakt en dat valt de werkgever zwaar aan te rekenen, aldus de rechtbank.
Slotsom
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat deze werkgever de arbeidsovereenkosmt zonder redelijke grond heeft opgezegd en dat levert ernstig verwijtbaar handelen op. Onder verwijzing naar bekende jurisprudentie over de billijke vergoeding kent de rechtbank een bedrag van € 125.000,- toe. Een mooi resultaat voor onze cliënt.
De gehele uitspraak kunt u hier lezen.
Bent u statutair bestuurder en bevindt u zich in een soortgelijke situatie? Of bent u werkgever of werknemer en heeft u vragen over ontslag, disfunctioneren, ernstige verwijtbaarheid of andere arbeidsrechtelijke kwesties? Bij SPEE advocaten & mediation bent u aan het goede adres.