Deze week maken we u deelgenoot van een casus waarbij een onderwijsinstelling ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een docente verzoekt, omdat zij een privé relatie met een student onderhoudt.
Gaat de rechter inderdaad over tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst?
Het gaat in deze zaak, zoals aangegeven, om de vraag of de arbeidsovereenkomst van een docente moet worden beëindigd, vanwege het enkele feit dat zij als docent een privérelatie heeft met een student op dezelfde school en de risico’s die dat met zich meebrengt.
De docente in kwestie had al een relatie met haar partner (de betreffende student) voordat hij in september 2020 zijn opleiding begon.
Vast staat dat de toenmalige leidinggevende van de docente op de hoogte was van de privérelatie en daar geen enkele consequentie aan heeft verbonden.
Sterker nog: de leidinggevende heeft in het volle besef van het bestaan van de privérelatie aan de docente met ingang van januari 2022 een vast contract aangeboden.
Gelet hierop mocht de docente er volgens de kantonrechter gerechtvaardigd op vertrouwen dat de onderwijsinstelling geen probleem zou hebben met de situatie. Als de leidinggevende hiermee wellicht buiten zijn boekje ging, doet dat er niet aan af.
De docente mocht op diens handelwijze afgaan en hoefde niet te onderzoeken of andere personen binnen de onderwijsinstelling wellicht wél een probleem zouden hebben met de situatie. Dat klemt temeer nu de situatie waar het hier om gaat zich niet zomaar laat vergelijken met de situatie waarop de door werkgever overgelegde Gedragscode is toegesneden: die waarin een docent een leerling grensoverschrijdend benadert of een liefdesrelatie met een leerling aangaat.
De kantonrechter merkt bovendien op dat die Gedragscode een uit april 2022 daterend concept betreft, dat nog niet officieel werd ingevoerd en dat de integriteitscode die werkgever voorheen hanteerde op dit punt klaarblijkelijk niets vermeldde.
Aan werkgever kan wel worden toegegeven dat een privérelatie tussen een docent en een student in beginsel onwenselijk is, of er nou wel of niet een intern gedragsprotocol geldt.
Dat er vragen van afhankelijkheid, vertrouwelijkheid en belangenverstrengeling zijn gerezen verbaast de kantonrechter niet en het is te prijzen dat werkgever zich – ook in het belang van haar student – om dat soort vragen bekommert.
De situatie is in casu echter langdurig gedoogd en de onderwijsinstelling heeft de docente met een vast contract voor onbepaalde tijd aan zich verbonden.
Verder doceert werkneemster geen vakken aan haar partner. Onder deze omstandigheden kan het enkele feit dat de privérelatie onwenselijk is binnen de onderwijsinstelling niet meer het zware middel van de ontbinding van de vaste arbeidsrelatie rechtvaardigen.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van werkgever zal afwijzen en dat de arbeidsovereenkomst dus niet zal worden ontbonden.
Lees hier de uitspraak.
Wilt u meer weten over deze uitspraak, of heeft u andere vragen over ontbinding van een arbeidsovereenkomst en de (on)mogelijkheden in dat kader, aarzel dan niet om contact op te nemen meteen van onze arbeidsrecht advocaten.