Het UWV heeft onlangs nieuwe Uitvoeringsregels bij ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen op haar website gepubliceerd (versie april 2023). In dit artikel worden de belangrijkste wijzigingen voor u samengevat.
Ontslagaanvraag baseren op meerdere bedrijfseconomische redenen
Een werkgever kan de ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen, baseren op méér dan één bedrijfseconomische reden, bijvoorbeeld werkvermindering en een organisatorische of technische verandering. Werkgever dient in dat geval wél beide bedrijfseconomische redenen te onderbouwen. Hoewel het voorheen ook al mogelijk was om een ontslagverzoek op basis van bedrijfseconomische redenen te baseren op meerdere grondslagen, heeft het UWV in de nieuwe Uitvoeringsregels een en ander verder verduidelijkt.
Opzegverbod zieke AOW-gerechtigden
In paragraaf 4.2.1 van de nieuwe Uitvoeringsregels is opgenomen dat het overgangsrecht voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, naar verwachting per 1 juli 2023 zal vervallen, zodat het opzegverbod voor zieke AOW-gerechtigden, vanaf die datum wordt verkort naar zes weken (in plaats van 13 weken).
Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO)
Er is sprake van collectief ontslag, als een werkgever de arbeidsovereenkomsten van 20 of meer werknemers binnen een periode van drie maanden wil beëindigen op grond van bedrijfseconomische redenen.
Wanneer er sprake is van collectief ontslag, moet werkgever zich houden aan de regels van de WMCO. Werkgever dient dan het voorgenomen ontslag bij het UWV en de vakbonden met leden van de onderneming van werkgever, te melden dat het voornemen van een collectief ontslag bestaat. Meestal dient ook de ondernemingsraad (OR) geraadpleegd te worden.
In de nieuwe Uitvoeringsregels van het UWV, is ten aanzien van de WMCO, een aantal wijzigingen opgenomen.
Uitbreiding op grond van Europese jurisprudentie
In paragraaf 5.3.6 wordt toegelicht dat indien de werkgever eenzijdig over gaat tot een substantiële wijziging van essentiële elementen van de arbeidsovereenkomst om redenen die niet in de persoon zijn gelegen, onder de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in de zin van de WMCO valt. Denk aan deeltijdontslag, maar ook een aanbod tot overplaatsing of herplaatsing, onder de dreiging van ontslag.
Oproepcontracten
In paragraaf 5.3.7 wordt toegelicht wanneer in geval van oproep- en min/max-contracten sprake is van beëindiging van de arbeidsovereenkomst in de zin van de WMCO.
Regeling schuldsanering natuurlijke personen
Ontslagen als gevolg van faillissement vallen onder de meldingsplicht van de WMCO. Aan paragraaf 5.3.8 is toegevoegd dat dit ook geldt in het geval van ontslagen wegens toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (WSNP).
Voorlopige aanvraag
Een voorlopige ontslagaanvraag telt mee voor het getalscriterium van 20 of meer voorgenomen ontslagen in het kader van de al dan niet toepasselijkheid van de WMCO.
Schijnzelfstandigen
Indien de werknemer aanvoert dat het UWV de ontslagaanvragen niet mag behandelen omdat de werkgever ten onrechte het ontslag van schijnzelfstandigen niet heeft meegenomen, gaat het UWV dat niet onderzoeken. Zolang de rechter niet heeft geoordeeld dat sprake is van een arbeidsovereenkomst, telt het UWV dit niet mee voor de WMCO.
Toerekenen aan tijdvak van drie maanden
Paragraaf 5.7.2 licht toe, dat UWV na ontvangst van een ontslagaanvraag om bedrijfseconomische redenen, nagaat of binnen een periode van drie maanden sprake is van 20 of meer ontslagen, waardoor een melding moet of had moeten worden gedaan. Door het tijdvak drie maanden te “verschuiven” vanaf de datum drie maanden vóór indiening van de ontslagaanvraag tot de datum waarop de ontslagaanvraag is ingediend, kan bekeken worden of er een tijdvak van drie maanden is waarbinnen sprake is van collectief ontslag, waardoor een melding moet, of had moeten plaatsvinden.
Verval arbeidsplaats maar nog geen ontslag
In voorkomende gevallen kan het zo zijn, dat werkgever de arbeidsplek van een werknemer waar (nog) geen ontslagaanvraag voor is ingediend, ook is of komt te vervallen, maar dat de werkgever die werknemer niet binnen een tijdvak van drie maanden voornemens is te ontslaan. Paragraaf 5.7.5 van de Uitvoeringsregels, geeft aan, dat dan voor die werknemer nog geen sprake is van een voornemen tot ontslag in de zin van de WMCO, hetgeen betekent dat die werknemer/de arbeidsplek van die werknemer niet behoeft te worden meegenomen in het getalscriterium van de WMCO (20 werknemers).
Resumerend
Het indienen van een ontslagaanvraag op basis van bedrijfseconomische redenen bij het UWV, kan weliswaar door een werkgever zélf worden geregeld, maar gelet op de hoeveelheid aan (complexe) regels, is het sterk aan te bevelen, om tóch een gespecialiseerd arbeidsrechtadvocaat in te schakelen, om de aanvraag en het proces te begeleiden, zéker als er sprake is van collectief ontslag. Ook voor werknemers die geconfronteerd worden met (collectief) ontslag, is het raadzaam om tijdig hulp en advies van een gespecialiseerd arbeidsrechtadvocaat in te schakelen. De arbeidsrechtadvocaten van SPEE advocaten & mediation, zijn u uiteraard graag van dienst!