In een recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam moest de rechter zich buigen over de vraag, of een werkneemster recht heeft op 100% loondoorbetaling bij ziekte, in plaats van de wettelijke 70% loon die zij op grond van de wet uitgekeerd krijgt. Zij baseert haar standpunt op de in haar ogen gebruikelijke gang van zaken binnen de onderneming van werkgever, waar werknemers volgens haar doorgaans gedurende het eerste jaar van ziekte 100% loondoorbetaling ontvangen. Daarnaast wijst zij op een eerdere korte ziekteperiode waarin zij zélf ook 100% loondoorbetaling heeft ontvangen. Hoe oordeelde de rechter?
Feiten
Op 1 september 2021 hebben werkgever en werkneemster een arbeidsovereenkomst gesloten voor de duur van acht maanden. Vervolgens hebben partijen op 30 april 2022 een tweede arbeidsovereenkomst gesloten, waarin als einddatum 31 december 2023 is opgenomen.
Vervolgens is er nog een derde dienstverband voor bepaalde tijd gesloten.
Tussen partijen bestaat discussie over wanneer welke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is geëindigd (en de opvolgende arbeidsovereenkomst is begonnen).
Bovendien stelt werkneemster zich op het standpunt dat zij vanaf februari 2023, in plaats van op 70% loon, dat zij op grond van artikel 7:629 BW kreeg uitgekeerd, recht had op doorbetaling van 100% van haar loon. Daartoe heeft zij aangevoerd dat het binnen de onderneming van werkgever gebruikelijk is dat werknemers gedurende het eerste ziektejaar hun loon volledig krijgen doorbetaald en dat werkgever de plicht heeft werkneemster op gelijke wijze te behandelen. Bovendien – zo stelt werkneemster – heeft zij tijdens een eerdere (korte) ziekteperiode ook 100% van haar loon doorbetaald gekregen.
Hoe oordeelt de rechter?
De rechter oordeelt dat van een verplichting om de loondoorbetaling aan te vullen tot 100%, bij gebreke van (schriftelijke) afspraken daarover tussen werkgever en werknemer, tóch sprake kan zijn als dat binnen de betreffende onderneming bestendig gebruik is.
De rechter stelt echter dat niet is gebleken dat dat binnen de onderneming van werkgever het geval is.
Werkneemster heeft haar stellingen op dat punt volgens de rechter ook onvoldoende onderbouwd.
Dat werkgever het loon van haar werknemers in geval van incidentele en kortstondige periodes van ziekte wél 100% doorbetaalt, komt (zoals werkgever ter zitting heeft aangevoerd) voort uit praktische boekhoudkundige overwegingen en doet niet af aan het beleid binnen de onderneming van werkgever dat bij langdurige ziekte 70% wordt doorbetaald.
De volledige uitspraak leest u hier.
Conclusie
Kortom: het incidenteel uitbetalen van 100% van het loon bij een (kortdurende) periode van ziekte, leidt er niet toe dat er sprake is van bestendig gebruik. Werkgevers dienen er echter wél op bedacht te zijn dat hun handelswijze bij een werknemer bepaalde verwachten kan creëren. Een vriendelijk gebaar in dit kader, kan bij werknemers bijvoorbeeld leiden tot een gerechtvaardigd vertrouwen voor wat betreft het percentage van loondoorbetaling bij ziekte in de toekomst. Een werkgever doet er dan ook goed aan, om een strak en consequent beleid te voeren op het gebied van loondoorbetaling bij ziekte en bij voorkeur ook duidelijke afspraken hierover te maken in de arbeidsovereenkomst.
Wilt u meer weten over deze uitspraak of over (de valkuilen bij) loondoorbetaling bij ziekte en/of het opstellen of screenen van nieuwe of bestaande arbeidsovereenkomsten? De arbeidsrechtadvocaten van SPEE advocaten & mediation zijn u graag van dienst.