Zoek
Sluit dit zoekvak.
4 dec 2020 Inwerkingtreding WHOA per 1 januari 2021!

De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) zal op 1 januari 2021 in werking treden.

Veel bedrijven ondervinden als gevolg van de corona-crisis financiële moeilijkheden. De WHOA biedt een mogelijkheid om een faillissement met alle gevolgen van dien te voorkomen. Voor huurders in nood geeft de wet een extra mogelijkheid om de huurovereenkomst op te zeggen.

Een huurder die er financieel slecht voor staat en de huur niet kan betalen heeft op dit moment weinig mogelijkheden om hier iets aan te doen. In beginsel komen slechte financiële omstandigheden voor rekening en risico van de huurder. Als er een faillissement dreigt kan de huurder proberen om een buitengerechtelijk onderhands akkoord te bereiken met zijn schuldeisers om daarmee van bepaalde verplichtingen af te komen maar een individuele schuldeiser, zoals de verhuurder, kan weigeren om hiermee in te stemmen waardoor een akkoord zo goed als altijd wordt geblokkeerd. Dit gaat onder de nieuwe wet veranderen. Een verhuurder kan onder bepaalde omstandigheden gehouden worden om alsnog medewerking te verlenen.

Levensvatbare bedrijven, die door omstandigheden in de problemen raken, zijn door invoering van deze wet beter in staat zich te reorganiseren om zo nadelige effecten van een lastig economisch klimaat te verzachten.

Voor toegang tot de WHOA moet een schuldenaar (bijvoorbeeld een huurder) verkeren in een toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat hij met het betalen van zijn schulden niet zal kunnen voortgaan. De onderneming kan dan de rechter verzoeken om een dwangakkoord goed te keuren (te “homologeren”). In de kern moet een bedrijf wel winstgevend zijn.

In een akkoord kunnen afspraken worden gemaakt over reeds opeisbare huurachterstanden. Hier moet een verhuurder zich naar schikken als het akkoord door de rechter wordt gehomologeerd.

Daarnaast kan een huurder aan de verhuurder als onderdeel van het aangeboden akkoord verzoeken om gemaakte afspraken uit een lopende huurovereenkomst te wijzigen, waardoor er bijvoorbeeld een lagere huurprijs tot stand kan komen. De verhuurder hoeft hier niet mee in te stemmen.

Als de verhuurder niet instemt heeft de huurder het recht de huurovereenkomst met toestemming van de rechter eenzijdig op te zeggen tegen een redelijke opzegtermijn (te rekenen vanaf de dag van homologatie van het akkoord). De voorwaarden zijn, dat de huurder in een toestand verkeert waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat hij insolvent zal raken en de rechter het gehele dwangakkoord goedkeurt.

Een verhuurder kan zich dus uitsluitend tegen deze opzegging verzetten op de grond dat het níet aannemelijk is dat de huurder zijn schulden binnenkort niet meer zal kunnen betalen.

De huurder is gehouden de schade te vergoeden die is ontstaan door de voortijdige beëindiging van de huurovereenkomst. Deze (concurrente) schadevordering kan de huurder betrekken in het akkoord.

De WHOA creëert dus een verstrekkende opzeggingsmogelijkheid buiten het bestaande huurrecht.

Mocht u vragen hebben of wenst u advies omdat uw huurder bijvoorbeeld dreigt te failleren of aangeeft de afspraken van een lopende huurovereenkomst te willen wijzigen, neem dan gerust vrijblijvend contact op met een van onze advocaten.

SPEE advocaten & mediation Maastricht