Oud-werknemer van Coolblue trekt aan het kortste eind
Het komt u vast bekend voor: werknemers die op de foto worden gezet en zichzelf daarna terugzien in een reclame of op social media van hun werkgever. Mag dat zomaar, ook gelet op de privacy? Recentelijk werd een oud-werknemer van Coolblue die hier bezwaar tegen maakte, in het ongelijk gesteld. Hoe dat zit, leest u hier.
Wat was er aan de hand?
Werknemer is op 8 augustus 2017 bij Coolblue gaan werken, voor een periode van zeven maanden. In de arbeidsovereenkomst staat een niet alledaagse bepaling:
“Over portretrecht. Jij bent ons gezicht. Daarom gebruiken we graag beeldmateriaal met jouw portret erop. Dat zetten we op onze website en op YouTube, in folders, boekjes, jaarverslagen en al onze andere uitingen. Dat vind jij leuk en je moeder ook. Vanzelfsprekend doe je afstand van het portretrecht, ook voor de periode na je dienstverband. Dan hebben we gelukkig de foto’s nog…”
Vervolgens wordt er een tweede arbeidsovereenkomst gesloten voor acht maanden, per 8 maart 2018. Ook die overeenkomst bevat een soortgelijke bepaling zoals zojuist geciteerd. Op 24 augustus 2018 laat Coolblue aan werknemer weten dat zijn contract met acht maanden is verlengd en afloopt op 7 juli 2019. Er wordt aangegeven dat de arbeidsvoorwaarden hetzelfde blijven. Op 19 oktober 2018 krijgt werknemer te horen dat zijn contract voor onbepaalde tijd wordt verlengd, met ingangsdatum 8 juli 2019. Ook hier geldt dat de arbeidsvoorwaarden niet veranderen. Dit alles wordt per brief bevestigd.
Helaas is het dienstverband kennelijk geen succes, want werknemer wordt op 7 augustus 2020 op staande voet ontslagen. Op 5 oktober 2020 start hij een procedure bij de kantonrechter over dit ontslag, maar de rechter oordeelt op 22 december 2020 dat zijn ontslag rechtsgeldig is gegeven.
Wat vindt werknemer?
Werknemer vindt dat Coolblue inbreuk maakt op zijn portretrecht. Hij wil dat zijn portret van de bestelbussen wordt gehaald én dat een promotievideo op YouTube met zijn beeldmateriaal offline wordt gehaald. Zijn eis: een schadevergoeding van € 25.000,-. Hij stelt dat hij geen toestemming heeft gegeven voor het onbeperkte gebruik van zijn portretrecht.
Werknemer is van mening dat hij een redelijk belang heeft om zich te verzetten tegen het gebruik van zijn portretrecht, omdat er sprake is van een inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer. Dit levert strijd op met artikel 8 EVRM, aldus werknemer. Door de reclame-uiting wordt hij nog steeds geassocieerd met Coolblue en het publiek zal denken dat de foto niet zonder toestemming van werknemer is gemaakt en zal dit opvatten als een blijk van publieke ondersteuning van het product of de dienst van Coolblue door werknemer.
Hij is echter op staande voet ontslagen en daarover is in de media geschreven. Daardoor wordt werknemer herkend op de bestelbussen en wordt hij met Coolblue geassocieerd. Ook zijn nieuwe werkgever heeft hem ondervraagd over zijn werk bij Coolblue en over de reden voor zijn ontslag. Vervolgens moest hij weer op zoek naar een nieuwe baan. Enfin, werknemer wil niet meer met Coolblue geassocieerd worden en het ontslag achter zich laten. Maar dat lukt niet nu Coolblue nog gebruik maakt van zijn portret. Werknemer is van mening dat het commerciële belang van Coolblue niet opweegt tegen de inbreuk die de foto’s maken op zijn persoonlijke levenssfeer.
Daarnaast geeft werknemer aan dat Coolblue op grond van de AVG om nieuwe toestemming had moeten vragen voor publicatie van zijn portret, en dat Coolblue hem op zijn rechten en plichten op het gebied van privacy had moeten wijzen.
En wat zegt Coolblue?
Coolblue geeft aan dat zij erom bekend staat dat de eigen medewerkers (onder werktijd) meedoen in reclames (fotoshoots, video’s). Medewerkers mogen dit wel zelf kiezen. Coolblue verwijst naar de passage in de arbeidsovereenkomst, die bovendien drie keer nadrukkelijk is verlengd.
Op 4 januari 2019 heeft met toestemming van werknemer een professionele fotoshoot plaatsgevonden, ten behoeve van de wrapping van de nieuwe elektrische bestelbussen van Coolblue. Werknemer heeft daaraan met plezier zijn medewerking heeft verleend. Daarna heeft hij ook meegewerkt aan een online promotievideo van Coolblue over de inzet van de elektrische bestelbussen. Die video staat vanaf 5 maart 2019 op YouTube. Tijdens zijn dienstverband heeft werknemer nooit bezwaar gemaakt tegen het gebruik van zijn portret, sterker nog: hij was juist enthousiast en trots.
Volgens Coolblue is er geen schending van het portretrecht nu werknemer zelf toestemming heeft gegeven voor het gebruik van zijn portret op de bestelbussen en in de promotievideo en er daarnaast geen sprake is van een redelijk belang in de zin van artikel 21 Auteurswet.
De toestemming is volgens Coolblue zowel expliciet als impliciet gegeven. Ook vindt Coolblue dat haar belang groter is dan dat van werknemer, en dat de publicaties een positieve uitstraling hebben op werknemer, die nu eenmaal voor Coolblue heeft gewerkt. De bestelbussen worden zeven dagen per week gebruikt, het is niet mogelijk om die bussen zomaar aan de kant te zetten. Dat zou grote gevolgen hebben voor de bezorging van bestellingen. Het opnieuw wrappen van de bussen is bovendien erg duur.
Coolblue beargumenteert dat zij al aan de belangen van werknemer tegemoet komt, doordat het portret op de 36 bestelbussen in lijn met het marketingbeleid van Coolblue en de leaseduur aangepast en uitgefaseerd wordt, het portret niet in andere/nieuwe uitingen wordt gebruikt en de promotievideo op YouTube inmiddels is verwijderd.
Oordeel van de kantonrechter over toepassing van de Auteurswet
De kantonrechter formuleert om te beginnen het juridische uitgangspunt, namelijk: degene die op een portret is afgebeeld, zonder dat hij daartoe opdracht heeft gegeven, kan zich op grond van artikel 21 Auteurswet tegen publicatie daarvan door de auteursrechthebbende dan wel een derde verzetten, indien hij daarbij een redelijk belang heeft.
Indien de geportretteerde echter toestemming heeft gegeven tot het publiceren van de foto, heeft hij daarmee afstand gedaan van een beroep op artikel 21 AW. Van toestemming is alleen dan sprake indien de geportretteerde met de wijze waarop de foto is gepubliceerd expliciet heeft ingestemd dan wel geacht moet worden daarmee impliciet te hebben ingestemd. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de publicatie, zal de gebruiker van de foto zich er voldoende van moeten vergewissen dat toestemming voor de betreffende publicatie inderdaad door de geportretteerde is gegeven.
Of toestemming geacht moet worden te zijn verleend en zo ja, onder welke voorwaarden, dient te worden beoordeeld aan de hand van het algemene overeenkomstenrecht. Daarbij komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen.
Volgens de kantonrechter is er in deze zaak geen sprake van stilzwijgende verlenging van de arbeidsovereenkomst, gelet op de tweede ondertekende arbeidsovereenkomst en de twee brieven van Coolblue over de verlenging van het dienstverband.
Toestemming voor publicatie van het portret van werknemer hoeft niet altijd expliciet te worden gegeven. Toestemming kan ook impliciet worden afgeleid, bijvoorbeeld uit de gedragingen van de geportretteerde. In dit specifieke geval vindt de kantonrechter dat de werknemer zowel impliciet als expliciet zijn toestemming heeft gegeven. Zaken die meewegen:
- de ondertekening van de twee arbeidsovereenkomsten
- de twee brieven van Coolblue over voortzetting van het dienstverband
- de toestemming van werknemer voor het maken van foto’s en het figureren in een promotievideo (waarbij Coolblue duidelijk heeft gemaakt wat het doel hiervan was en op welke wijze het materiaal zou worden gebruikt)
- het ontbreken van bezwaren van werknemer achteraf.
.
In combinatie met het feit dat het beeldmateriaal zelf een positieve uitstraling heeft, vindt de kantonrechter dat Coolblue zich er voldoende van heeft vergewist dat werknemer toestemming heeft gegeven voor publicatie van zijn portret op de wijze zoals Coolblue dat heeft gedaan.
Ook is nog van belang dat niet gebleken is dat het portret van deze werknemer opnieuw en in andere reclame-uitingen is gebruikt dan (eenmalig) op de 36 bestelbussen en in de promotievideo.
De kantonrechter begrijpt weliswaar dat werknemer niet meer met Coolblue geassocieerd wenst te worden, gelet op het ontslag op staande voet, maar toch staat dit los van van de publicatie van het portret van werknemer. Het oordeel luidt dan ook dat werknemer geacht wordt afstand te hebben gedaan van het recht om zich tegen publicatie te verzetten (artikel 21 Auteurswet).
Toepassing van de AVG door de kantonrechter
Ook gaat het beroep van werknemer op de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) niet op. Foto’s en video’s vallen wel onder het begrip “persoongegevens” van artikel 4 AVG. Voor verwerking van die persoonsgegevens is een zogenaamde verwerkingsgrondslag nodig. Zonder die grondslag is het onrechtmatig om de persoonsgegevens te verwerken.
Volgens de kantonrechter heeft werknemer zijn toestemming voor het verwerken van zijn persoonsgegevens inmiddels ingetrokken, hetgeen toegestaan is. Maar er is wel een ándere verwerkingsgrondslag, en dat is het gerechtvaardigd belang van Coolblue. Dat belang moet wel eerst worden afgewogen tegen de fundamentele vrijheden en grondrechten van werknemer.
De kantonrechter vindt dat Coolblue een commercieel belang heeft om voor producten en diensten reclame te maken en geeft aan dat dit belang ook door artikel 10 EVRM wordt beschermd. Ook heeft Coolblue onweersproken gesteld dat – indien zij niet langer gebruik zou mogen maken van de foto van werknemer – de kosten onredelijk hoog zijn en de impact op de bedrijfsvoering enorm. Voorts staat als onweersproken vast dat Coolblue aan de belangen van werknemer tegemoet is gekomen doordat het portret van werknemer op de bestelbussen zal worden uitgefaseerd, het portret niet in andere of nieuwe uitlatingen zal worden gebruikt en de promotievideo op YouTube inmiddels is verwijderd. Met al dit voorgaande heeft Coolblue naar het oordeel van de kantonrechter een voldoende gerechtvaardigd belang aan de orde gesteld, waarbij onder deze specifieke omstandigheden de verwerking van de persoonsgegevens noodzakelijk (proportioneel en subsidiair) is en bij de afweging tegen het belang van werknemer de inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer kan rechtvaardigen.
Slotsom
Kortom, werknemer vangt bot: er is geen sprake van een inbreuk op zijn portretrecht of van ander onrechtmatig handelen van Coolblue. Zijn vorderingen worden afgewezen. U kunt de volledige uitspraak hier vinden.
Gelet op de toenemende populariteit van social media voor zakelijk gebruik, waaronder niet alleen LinkedIN maar ook Instagram en YouTube, raden wij werkgevers aan om steeds goed vast te leggen of er afbeeldingen van werknemers gebruikt worden voor reclamedoeleinden en zo ja, op welke manier en hoe lang. Houd goed in de gaten dat er op grond van de AVG ook steeds een verwerkingsgrondslag moet zijn voor verwerking van persoonsgegevens. Wilt u hierbij hulp of advies, neemt u dan contact op met de advocaten van SPEE advocaten & mediation. Dit geldt natuurlijk ook voor andere vragen op het gebied van auteursrecht, arbeidsrecht of privacyrecht.