Inleiding
Een werknemer die in Nederland werkt maar in België woont en werkloos wordt, moet werkloosheidsuitkeringen aanvragen bij de Belgische RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening). Dit vloeit voort uit de zogenaamde “woonstaatregel”.
Grensarbeiders worden voor de toepassing van de Belgische werkloosheidsregelgeving identiek behandeld als werklozen die in België gewerkt hebben.
Recht op een Belgische werkloosheidsuitkering?
De eerste vraag die opkomt, is of een Belgisch-Nederlandse grensarbeider na het sluiten van een VSO naar Nederlands recht, ook recht heeft op een werkloosheidsuitkering in België.
Op basis van een Belgisch Koninklijk Besluit van 1991 moet de werkloze – om een werkloosheidsuitkering in België te kunnen genieten – zonder arbeid en zonder loon zijn, wegens omstandigheden “onafhankelijk van zijn wil”.
In principe geeft een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijdse instemming géén aanleiding tot toekenning van een Belgische werkloosheidsuitkering. De werkverlating is in dat geval immers niet onvrijwillig.
Echter: de Belgische RVA vermeldt op haar website dat een ontslag met wederzijds goedvinden, inzake een Nederlandse arbeidsovereenkomst, niet beschouwd wordt als een vrijwillige werkverlating, voor zover het Nederlandse UWV dezelfde mening is toegedaan. Met andere woorden: de Belgische RVA volgt in principe het standpunt van het Nederlandse UWV.
Als het UWV aanvaardt dat de werkloosheid van de betrokken werknemer onvrijwillig is, dan kan deze werknemer ook in België aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering (mits hij/zij ook voldoet aan alle andere toekenningsvoorwaarden).
Het standpunt van het Nederlandse UWV kan ten aanzien van de RVA worden aangetoond door een UWV-attest toe te voegen aan de Belgische aanvraag.
Belangrijk is dat het UWV-attest duidelijk vermeldt dat de werkgever het initiatief genomen heeft om de arbeidsovereenkomst te beëindigen en dat werknemer niets te verwijten valt. Het attest moet ook vermelden welke periode de beëindigingsvergoeding geacht wordt te dekken.
Hoe zit het met vergoedingen/uitbetalingen bij het einde van het dienstverband?
De tweede vraag is vervolgens: hoe zit het met de hoogte en de duur van de uitkering? In algemene zin geldt dat een Belgische werkloosheidsuitkering lager is dan een werkloosheidsuitkering in Nederland.
Verder is een belangrijk verschil dat een uitbetaling van vakantiedagen en vakantiegeld bij het einde van het dienstverband als ‘loon’ wordt aangemerkt en door de Belgische uitkeringsinstantie wordt toegerekend aan een bepaalde periode (aantal weken of maanden). Met andere woorden: de werknemer wordt verondersteld in die periode géén loonverlies te lijden en moet dus vakantiedagen en vakantiegeld eerst ‘opsouperen’ voordat de werkloosheidsuitkering ingaat!
Hoe zit het dan met de transitievergoeding die de in België woonachtige werknemer ontvangt? In beginsel wordt die transitievergoeding niet als loon aangemerkt door het RVA en leidt betaling van de transitievergoeding niet tot opschorting (lees: een latere ingangsdatum) van de Belgische uitkering.
Echter, hier houden we een slag om de arm, aangezien het beleid per RVA kan verschillen en het dus in bepaalde gevallen wel zo kan zijn dat een transitievergoeding als ‘loon’ wordt aangemerkt.
Dit zijn dus belangrijke verschillen met de Nederlandse werkloosheidswetgeving.
Verder zijn er ook nog belangrijke verschillen ten aanzien van de einddatum, aangezien er in Nederland een andere wettelijke pensioenleeftijd geldt als in België en ook ten aanzien van de hoogte van de uitkering zijn er verschillen met de Nederlandse regelgeving. Verder kent België voor grensarbeiders die vóór 1 januari 2015 in een buurland zoals Nederland zijn gaan werken, een Belgische aanvulling op het Nederlandse ouderdomspensioen. Door middel van deze aanvulling garandeert de Belgische overheid voor grensarbeiders die werkten in Nederland een pensioenbedrag alsof ze activiteiten in België hebben verricht.
Tips voor werkgevers
Omdat werkgevers een zorgplicht hebben richting hun werknemers, óók als zij met een werknemer een vaststellingsovereenkomst sluiten (oftewel beëindiging met wederzijdse instemming) is het goed om in het geval van grensarbeiders te weten dat er (deels) andere regels gelden.
Wij raden werkgevers dan ook aan om in voorkomende gevallen hun werknemers hierop te wijzen c.q. hen te adviseren om contact op te nemen met een advocaat die gespecialiseerd is op het gebied van grensarbeid. Dit om te voorkomen dat een werknemer achteraf aangeeft niet op de hoogte te zijn geweest van (bijvoorbeeld) een later recht op uitkering of een lagere uitkering dan die in Nederland.
Wenst u meer informatie over dit onderwerp? Bel of mail ons gerust! 043-365 20 88 of info@spee-advocaten.nl.