Opzegging van haar arbeidsovereenkomst door een werkneemster in het onderwijs, kan volgens de rechter niet worden aangemerkt als een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring gericht op beëindiging van de arbeidsovereenkomst, omdat de uitlatingen volgens de rechter moeten worden gezien in het licht van het conflict over corona maatregelen en de grote (emotionele) impact die corona (en de bijbehorende maateregelen) heeft op mensen. Wat speelde er precies?
Feiten
Werkneemster is sinds augustus 2009 in dienst van Stichting Atlas College (hierna: Atlas College) in de functie van onderwijsassistente op de locatie Copernicus. In september/oktober 2020 ontstaat tussen partijen een discussie over het dragen van een mondkapje op school. Bij e-mail van 3 november 2020 meldt werkneemster zich ziek. Partijen hebben op 24 november 2020 een gesprek gevoerd. In het gespreksverslag staat dat werkneemster wil stoppen op Copernicus en dat Atlas College zal onderzoeken welke ondersteuning zij daarbij kan geven. Op 3 december 2020 bespreken partijen de mogelijkheden voor uitdiensttreding. Op 4 december 2020 stuurt werkneemster aan Atlas College een e-mail waarin zij verzoekt haar arbeidsovereenkomst op 1 januari 2021 te ontbinden. Werkneemster stuurt diezelfde dag ook een e-mail naar haar collega’s, waarin zij hen laat weten dat zij heeft besloten haar loopbaan op Copernicus te beëindigen per 1 januari 2021. Werkneemster stuurt, op verzoek van Atlas College, op 9 december 2020 haar ontslagbrief naar Atlas College. In de begeleidende e-mail bij de ontslagbrief schrijft werkneemster dat het voor haar niet goed voelt om puur vrijwillig haar ontslag in te dienen, maar dat zij door de situatie gedwongen is dat te doen. Atlas College accepteert de opzegging. Op 14 december 2020 schrijft werkneemster dat zij haar ontslagbrief herroept. Per 1 januari 2021 heeft Atlas College de beëindiging van het dienstverband geëffectueerd. Werkneemster vordert dat de kantonrechter Atlas College veroordeelt tot betaling van het loon vanaf 1 januari 2021.
Oordeel
De kantonrechter is voorshands van oordeel dat de opzegging van 9 december 2020 niet kan worden aangemerkt als een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring die gericht is op beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Alleen al de in deze opzegging gebruikte bewoordingen (“gedwongen”, “feitelijk geen andere keuze” en “wanneer de waarheid boven tafel komt en blijkt dat ik gelijk had”) maken dat niet kan worden gezegd dat sprake is van een ondubbelzinnige verklaring waaruit kon en mocht worden opgemaakt dat werkneemster onvoorwaardelijk wilde dat haar dienstverband bij Atlas College zou eindigen, met alle gevolgen van dien.
Daarbij heeft zij bovendien vermeld dat zij achter het ontslag staat, maar niet “achter het grote financiële gat”. Dat laatste duidt er niet op dat de wil van werkneemster daadwerkelijk op een eenzijdige opzegging was gericht.
Dit leidt tot het oordeel dat geen sprake is van een (rechtsgeldige) opzegging van de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2021, zodat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd.
Hoewel niet aan vervolgvraag wordt toegekomen of Atlas College gerechtvaardigd op de verklaring van werkneemster van 9 december 2020 mocht vertrouwen, ziet de kantonrechter toch aanleiding op deze vraag in te gaan, met het oog op een efficiënte geschilbeslechting. Anders dan Atlas College heeft betoogd kan de opzegging naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter niet worden afgeleid uit de gang van zaken voorafgaand aan de opzegging op 9 december 2020 en evenmin uit het handelen van werkneemster daarna. De kantonrechter geeft toe dat de e-mail van 4 december en de afscheidsbrief blijk geven van de wens van werkneemster om te komen tot beëindiging van het dienstverband, maar dat is niet genoeg.
Werkneemster heeft toegelicht dat zij op dat moment geen andere uitweg zag. Hierbij moet in aanmerking worden genomen dat de (emotionele) impact van de corona-uitbraak en de daarmee gepaard gaande maatregelen voor veel mensen groot is. Dat geldt in het bijzonder ook voor werkneemster. Atlas College had daar rekening mee moeten houden in haar handelen richting werkneemster. Desondanks heeft Atlas College ervoor gekozen om een zakelijk voorstel te doen waarbij werkneemster enkel twee keuzes werden gegeven. De kantonrechter acht het heel aannemelijk dat het voor werkneemster op dat moment voelde alsof zij werd gedwongen en feitelijk geen keuze had dan te kiezen voor een beëindiging van het dienstverband. Dat had zij niet mogen doen. In de gegeven omstandigheden mocht Atlas College er naar het oordeel van de kantonrechter niet op vertrouwen dat werkneemster de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk wenste te beëindigen. Dat zij daarvan desondanks is uitgegaan, en de beëindiging van het dienstverband heeft doorgevoerd, kan haar aangerekend worden. Gelet op het voorgaande wordt het verzoek van werkneemster tot doorbetaling van het salaris vanaf 1 januari 2021 toegewezen.
Resumerend
In deze uitspraak zien we, dat rechters soms geneigd zijn om de uitzonderlijke omstandigheden waarin we ons tegenwoordig bevinden (corona pandemie), te laten meewegen in hun beoordeling van een geschil. In deze uitspraak, wordt in feite van werkgever verlangd om niet zomaar genoegen te nemen met een opzegging, maar juist onderzoek te doen naar de beweegredenen van werkneemster en na te gaan of zij daadwerkelijk opzegging van haar arbeidsovereenkomst beoogt. Wilt u meer weten over de rechten en plichten van werkgever en werknemer in het kader van beëindiging van een arbeidsovereenkomst, of heeft u andere arbeidsrechtelijke vragen? De advocaten van en mediator van SPEE advocaten & mediation zijn u graag van dienst.