Momenteel is er – terecht – veel aandacht voor de arbeidsrechtelijke consequenties van het coronavirus. Maar wat als de statutair bestuurder van een besloten vennootschap zélf ziek wordt en niet meer kan besturen? Hoe zit dat dan vennootschapsrechtelijk? SPEE advocaten & mediation licht u hierover in.
Ons Burgerlijk Wetboek geeft in artikel 2:244 lid 4 aan dat de statuten van een BV voorschriften moeten bevatten omtrent de wijze waarop in het bestuur van de BV voorlopig wordt voorzien in geval van ontstentenis of belet van één of meer bestuurders. De statuten kunnen nader bepalen wanneer er sprake is van belet, aldus het BW.
Ontstentenis en belet worden hier in één adem genoemd maar zijn geen synoniemen! Van ontstentenis is sprake als een bestuurder is gedefungeerd: hij of zij is niet langer in functie, bijvoorbeeld door ontslag, terugtreding of overlijden. Er komt dan dus een vacature vrij.
Van belet spreken we als een bestuurder tijdelijk zijn of haar werkzaamheden niet kan uitoefenen, ten gevolge van bijvoorbeeld ziekte, schorsing of langdurig verblijf in het buitenland. De bestuurder is dan wél nog in functie, maar kan de daarbij behorende taken niet uitvoeren. Er zal dan vervanging geregeld moeten worden.
In de huidige coronacrisis is het de vraag: levert een concrete situatie daadwerkelijk belet op, of niet? Voor een ziekenhuisopname van de bestuurder zal dat doorgaans gelden, maar wat als de bestuurder thuis in quarantaine moet? Dit zal al naar gelang de concrete omstandigheden van het geval bekeken moeten worden, met de tekst van de statuten in de hand.
Wie er vervolgens – bij belet van de bestuurder – bevoegdheid heeft om te besturen, dat hangt dus af van de statutaire bepalingen. Bij een BV met meerdere statutair bestuurders, komt het voor dat de overblijvende bestuurders de taken van de zieke bestuurder overnemen. Als er maar één statutair bestuurder is, dan moet er iemand buiten het bestuur worden aangewezen om de bestuurstaken te vervullen. Dat kan een commissaris zijn, of iemand die door de aandeelhoudersvergadering wordt aangewezen.
Hopelijk blijft u gezond en krijgt u niet te maken met een situatie waarin u een beroep moet doen op de beletregeling. Desalniettemin is het verstandig om juist in deze onzekere tijden de statuten van de BV eens erbij te pakken om te bezien of de daarin opgenomen beletregeling (nog steeds) bruikbaar is. Wordt “belet” op de juiste wijze omschreven en voldoet de vervangingsregeling ook nog anno 2020? Zeker als de BV al heel wat jaren bestaat, kan er behoefte bestaan aan een statutenwijziging.
Vragen over uw ontstentenis- en beletregeling of over andere statutaire bepalingen? De ondernemingsrechtadvocaten van SPEE advocaten & mediation staan voor u klaar, ook via Skype. Wij wensen alle ondernemers veel sterkte en gezondheid toe!