Werknemer is op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst getreden in de functie van salesmanager.
De dienstbetrekking is bij arbeidsovereenkomst van 20 juli 2021 verlengd tot 15 oktober 2022. In de arbeidsovereenkomst is in artikel 7 een non-concurrentiebeding opgenomen, maar is dat beding geldig, aangezien het een contract voor bepaalde tijd betrof?
Werknemer heeft haar arbeidsovereenkomst met werkgever tegen 1 april 2022 opgezegd en vordert bij de Kantonrechter schorsing van het non-concurrentiebeding.
Uitgangspunt is dat een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet rechtsgeldig is, omdat een werknemer dan ‘dubbel nadeel’ ondervindt.
Deze hoofdregel lijdt slechts uitzondering als uit de bij het beding opgenomen schriftelijke motivering blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.
De zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen moeten duidelijk omschreven zijn, zodat het de werknemer duidelijk is waarom deze belangen de werkgever tot een uitzondering op de hoofdregel dwingen.
Een enkele algemene omschrijving van het belang van de werkgever is dus onvoldoende.
De kantonrechter is van oordeel dat dit niet volgt uit het overeengekomen non-concurrentiebeding.
Werkgever heeft als schriftelijke motivering een uitvoerige, maar algemene opsomming gegeven van belangen die voor veel andere commerciële bedrijf ook kunnen gelden. Daarbij speelt mee dat het non-concurrentiebeding ook niet op maat is gemaakt.
Op grond van het bovenstaande is de kantonrechter voorlopig van oordeel dat werkgever niet heeft voldaan aan de verzwaarde motiveringsplicht die geldt voor een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
De uitspraak leest u hier.
Wilt u meer weten over deze uitspraak of over concurrentiebedingen? Het arbeidsrecht team van SPEE advocaten & mediation staat voor u klaar.