Deze week weer een interessante zaak op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid. Het gaat om een DGA die zijn onderneming liquideert (in het kader van een herstructurering) terwijl er nog een rechtszaak loopt tegen de BV. Een paar jaar later gaat de onderneming failliet vanwege de uitkomst van die procedure. De curator stelt de bestuurder vervolgens in privé aansprakelijk. Hoe het afliep leest u hier.
Wat zijn de feiten?
Het gaat om Anode BV en Anode BVBA, haar Belgische zustervennootschap. Samen exploiteren zij een onderneming die handelt in energie. Anode BVBA nam elektriciteit af van WOM, een groep tuinbouwbedrijven. De overeenkomst tussen Anode BVBA en WOM werd ook door Anode BV ondertekend. Het gaat helaas mis en Anode BVBA betaalt de door WOM geleverde elektriciteit niet meer. Voordat Anode BVBA in juni 2010 failliet gaat, start WOM bij de Belgische rechter een procedure tegen zowel Anode BVBA als tegen Anode BV. De rechter wijst de vorderingen op 13 november 2012 af, maar WOM gaat in hoger beroep op 15 maart 2013.
Tussen 10 december 2012 en 30 december 2016 – en dus tijdens de behandeling van het hoger beroep – vindt er een herstructurering plaats van het concern waartoe Anode BV behoort. Voor Anode BV betekent dit dat haar klantenportefeuille grootverbruik wordt overgedragen; de koopsom wordt administratief verrekend. Verder wordt de inventaris van de BV verkocht in juni 2013; de koopsom wordt grotendeels verrekend. Het restant gaat naar de bankrekening van de BV. Ook de klantenportefeuille kleinverbruik wordt overgedragen; het bedrag wordt in rekening-courant geboekt en verrekend.
U voelt het misschien al aankomen: het Belgische gerechtshof wijst in hoger beroep de vordering van WOM alsnog toe, op 8 september 2016. Zowel Anode BVBA als Anode BV wordt veroordeeld tot betaling van de lieve som van € 11,5 miljoen. Anode BV gaat in cassatie maar het Belgische Hof van Cassatie oordeelt op 18 januari 2019 dat het vonnis in hoger beroep blijft gelden. Ondertussen is Anode op 10 november 2017 ook failliet verklaard.
Wat oordeelde de rechter?
De curator van Anode BV heeft de bestuurder van deze BV aansprakelijk gesteld. Dit vanwege het feit dat de DGA de onderneming heeft geliquideerd terwijl de procedure in hoger beroep tegen WOM nog liep. De curator probeert eerst de schade te vorderen op grond van artikel 2:248 BW, omdat Anode BV in 2014 en 2015 haar jaarrekening niet openbaar heeft gemaakt en de administratie niet op orde was. Er geldt dan dat de bestuurder zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld én er wordt dan vermoed dat die onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak was van het faillissement. De bestuurder van Anode BV slaagt er echter in om dat laatste te ontzenuwen. Immers, de vordering van WOM was een belangrijke oorzaak van het faillissement van Anode BV.
Maar de DGA is nog niet ‘off the hook’: de vordering van de curator op grond van onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) slaagt namelijk wél. De rechtbank oordeelt dat de bestuurder van Anode BV wist of redelijkerwijs had behoren te weten dat het liquideren van Anode BV tot gevolg had dat de onderneming haar verplichtingen jegens de gezamenlijke schuldeisers niet zou nakomen en geen verhaal zou kunnen bieden.
Als een onderneming geliquideerd wordt, moet de bestuurder dus ook rekening houden met onzekere schulden, zoals procedures die nog lopen. Als een bestuurder dat niet doet, dan is de kans aanwezig dat hij privé aansprakelijk is voor schade die schuldeisers lijden. En dat kan flink in de papieren lopen.
De bestuurder van Anode BV wordt door de rechtbank veroordeeld tot betaling van de schade: € 1,5 miljoen plus rente, én een schadevergoeding op te maken bij staat.
De volledige uitspraak leest u hier.
Ook vragen over bestuurdersaansprakelijkheid of andere ondernemingsrechtelijke kwesties? Het ervaren team van SPEE advocaten & mediation helpt u graag verder.