Zoek
Sluit dit zoekvak.
23 mrt 2021 Berekening transitievergoeding bij ‘genormaliseerde’ ambtenaar

De WNRA en de gedeeltelijke transitievergoeding

Bij gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld vanwege ziekte, zijn werkgevers doorgaans ook een gedeeltelijke transitievergoeding verschuldigd aan werknemers. In een recent oordeel pakte dit voor een voormalig ambtenaar echter anders uit.

In een zaak die aan de kantonrechter Haarlem werd voorgelegd (link), ging het om een arbeidsovereenkomst van een ambtenaar van de gemeente Haarlem. Sinds 1 januari 2020 is zijn rechtspositie ‘genormaliseerd’. Dat wil zeggen dat de gemeenteambtenaar op grond van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) onder het reguliere, civiele arbeidsrecht is komen te vallen. Eerder viel hij onder het ambtenarenrecht, dat eigen regels kent.

De Gemeente Haarlem heeft de arbeidsovereenkomst van de betreffende ambtenaar beëindigd. Hij was sinds 1977 in dienst, voor 36 uur per week. In september 2016 is de ambtenaar uitgevallen wegens ziekte. Na twee jaar ziekte werd een WIA-uitkering toegekend, op basis van 50% arbeidsongeschiktheid. Aangezien de ambtenaar dus wel nog voor 50% kon werken, werd de aanstelling per 1 januari 2019 (in het derde ziektejaar) gehalveerd van 36 naar 18 uur per week. In januari 2020 is de aanstelling omgezet naar een reguliere arbeidsovereenkomst, op grond van de Wnra. De ambtenaar werd toen dus een ‘gewone’ werknemer, waarop de regels van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn.

In juni 2020 heeft de gemeente de arbeidsovereenkomst opgezegd, vanwege de ziekte van de ambtenaar. De gemeente heeft een transitievergoeding betaald, op basis van het laatstverdiende salaris op grond van 18 uur per week. Dat leidde tot een transitievergoeding van € 40.459,15 bruto.

De ambtenaar kon zich daar niet in vinden en vorderde een transitievergoeding van € 79.299,94 bruto. Hij voerde aan dat zijn aanstelling in 2019 tijdens het derde ziektejaar voor 50% is gehalveerd, en op dat moment heeft hij niet alvast zijn transitievergoeding gedeeltelijk (pro rata) ontvangen. Daarom stelt de ambtenaar dat hij alsnog recht heeft op een volledige transitievergoeding op grond van een 36-urige werkweek.

De kantonrechter heeft als volgt geoordeeld. Het zogenaamde ‘loonbegrip’ is uitgewerkt in het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding. Dat Besluit bepaalt in artikel 2 over het loon en de arbeidsduur (als grondslag voor de berekening van de transitievergoeding) dat het gaat om:

het bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand, of, indien geen of een wisselende arbeidsduur is overeengekomen, het bruto uurloon vermenigvuldigd met het gemiddelde aantal gewerkte uren per maand:
a) in de twaalf maanden voorafgaand aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt; of
b) indien de duur van de arbeidsovereenkomst korter was dan twaalf maanden, gedurende de duur van de arbeidsovereenkomst.

Zoals zojuist al is opgemerkt, was de aanstelling van de ambtenaar in het derde ziektejaar gehalveerd, toen hij voor 50% een WIA-uitkering zou gaan ontvangen. Dat was echter nog vóór de inwerkingtreding van de Wnra, waardoor de ambtenaar toen nog níet onder het gewone arbeidsrecht viel, maar onder het geldende ambtenarenrecht. Hier is het cruciaal om te merken dat op grond van de jurisprudentie, een ‘gewone’ werknemer, niet zijnde een ambtenaar, waarschijnlijk wél recht had gehad op een gedeeltelijke transitievergoeding (pro rata), bij vermindering van de arbeidsduur naar 50%. Deze rechtspraak kennen we onder de naam de Kolom-beschikking.

Omdat de ambtenaar destijds echter nog de ambtenarenstatus had, waren die arbeidsrechtelijke regels toen nog (net) niet op hem van toepassing. De ambtenaar heeft aangevoerd dat het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid dat hij nu slechts een halve transitievergoeding ontvangt. De kantonrechter gaat hier echter niet in mee: aan het afwijken van de wettelijke bepalingen op grond van de redelijkheid en billijkheid worden (zeer) zware eisen gesteld. De rechter moet hierbij grote terughoudendheid betrachten. De ambtenaar moet het dus doen met de transitievergoeding op grond van 18 uur, ook al heeft hij eerder steeds 36 uur gewerkt.

Ook vragen over de (gedeeltelijke) transitievergoeding, de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren of beëindiging van een arbeidsovereenkomst bij ziekte? SPEE advocaten & mediation heeft ervaren arbeidsrechtadvocaten in huis die u graag verder helpen.

SPEE advocaten & mediation Maastricht